Konijn uit de hoge hoed
Een man laat tijdens de avondklok, ongelijnd, zijn hond uit. Opeens rent de hond weg ,de tuin van de buren in en komt terug met een bebloed konijn in zijn bek. De man is goed bevriend met zijn buurtjes, hij wil dit niet op zijn geweten hebben. Hij trekt het konijn uit de bek van de hond, neemt het dier mee naar zijn eigen huis en wast al het bloed van het lichaam. Dan sluipt hij zelf de tuin van de buren in en legt het schone konijn in zijn hok. Drie dagen later houdt zijn buurman hem aan. ‘Wat ik nou van de week meemaakte. Ons konijn dood. Zomaar opeens.’ De man doet net alsof hij verbaasd is. Vervolgt de buurman: ‘Ja, maar dat was al drie weken geleden. Toen hebben we hem begraven. Het gekke was dat hij deze week opeens weer in zijn hok lag.’
Uilenstreken
Een vogelkenner maakt elke avond uilgeluiden in de tuin, in de hoop dat een echt exemplaar op hem reageert. Opeens krijgt hij antwoord. Dit gaat zomaar een jaar door. De vogelkenner is verrukt en probeert zelfs de geluiden te ontcijferen, in de hoop een uilentaal te ontwikkelen. Op een middag heeft de vrouw van de vogelkenner een kort gesprekje met haar buurvrouw. Zij vertelt hoe haar man elke avond met een uil praat. Zegt de buurvrouw: ‘Dat is ook toevallig, dat doet mijn man ook.’
Stringding
Zegt Henk tegen zijn vriend Piet: ’Ik heb een ontzettende goede jachthond. Ik laat hem aan een konijnenpoot ruiken en hij komt terug met een haas uit de polder.’
‘Jeetje,’ zegt Piet. ‘Kan hij nog meer?’
Henk: ‘Laatst liet ik hem aan de string van mijn vrouw ruiken en hij kwam met het geslachtsdeel van de overbuurman terug.’
Bij-ster dom
Ruud komt geheel in paniek bij de dokter. ‘Ik ben gestoken door een bij, u moet mij echt helpen.’
‘Blijft u maar rustig, ik doe er wel wat zalf op.’
‘Dat lukt u nooit, die bij is allang weggevlogen.
‘Nee, ik bedoel op de plek waar u bent gestoken.
Zegt Ruud: ‘Ik was op de hei, mijn hond uitlaten.’
Zegt de dokter: ‘Houdt u mij voor de gek met uw antwoorden? Ik bedoel op welk deel van uw lichaam bent u gestoken?’
Ruud, nu gillend van de pijn: ‘De bij prikte in mijn vinger’.
De dokter wordt gek van de rare, vage antwoorden: ‘WELKE?’
‘Ja, hoe kan ik dat nu weten,’ zegt Ruud huilend. ‘Alle bijen lijken op elkaar.’
Turtle-tijd
Zes schilpadden willen gaan picknicken. Ze nemen allerlei lekkernijen mee. Na een jaar of tien komen ze op de plek aan. Ze pakken het bier uit, dan merken ze dat ze de flessenopener zijn vergeten. Ze besluiten dat Stoffel, de jongste die moet halen. Stoffel stelt één voorwaarde: ‘Jullie mogen niet eerder eten voordat ik terug ben.’
Daar gaat Stoffel. Hij blijft een jaar weg, twee, drie, vier.
Eén van de schildpadden kan niet langer wachten en neemt een hap van een koekje. Opeens springt Stoffel uit de struiken. ‘Ja, dat dacht ik wel. Nu ga ik helemaal niet.’
Falder.nl is de grootste site voor mannen van 50-plus van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina