Mijn hartslag is maximaal, het zweet gutst van mijn voorhoofd, mijn beenspieren protesteren. Tegelijkertijd ontdoet een wolk zich van een lading hagelstenen, die kletterend op mij en het asfalt voor mij kapotslaat. Ik ril, kijk naar boven. Door mijn halfbeslagen brillenglazen doemt in de verte de top van de Col d’Izoard op. Boven cirkelt een roofvogel, het enige levende wezen om mij heen. Mijn drie fietsmakkers moeten die top dicht zijn genaderd. Ik ben in elk geval uit het bos. Op papier het gebied met de steilste delen van de beklimming, gemiddeld zo’n veertien procent. Eigenlijk ben ik al verder dan ik vanmorgen durfde te dromen.
Alcoholist
We delen met elkaar een appartement. Ik ben van nature een zeikerd van een slaper. Ik wil ’s nachts doodse stilte. Ik vrees nachtelijke vreemden. Alleen al het vermoeden dat hij of zij snurkt, is voldoende om geen oog dicht te doen. Zo geschiedt wederom. Vanmorgen hoofdpijn, misselijk. Ik voel mij de alcoholist, de morning after, na drie flessen whisky. Juist nu vandaag de zwaarste tocht op het programma staat: 110 kilometer, met in totaal vier cols, waarvan de Izoard, een Tour de France-legende met de top op 2300 meter hoogte, als zwaarste uitdaging. Geen cel in mijn lichaam die zich daarop verheugt. Terwijl vandaag eigenlijk de dag is, waar ik me al een half jaar op had voorbereid. Grote doel was eerst de Marmotte te fietsen: een van de zwaarste toertochten van Europa, met vijfduizend hoogtemeters, en zo’n 180 kilometer lang. Maar vanwege coronaperikelen werd die uitgesteld. Als alternatief verzonnen we drie dagen racefietsen in de Frans/Italiaanse Alpen.
Belgisch trekpaard
Al een half leven lang racefiets ik. Mijn prestaties waren altijd gemiddeld, zeker niet slecht. Maar dit jaar in de voorbereiding wees mijn lichaam er weinig zachtzinnig op, dat een man van boven de zestig gemaakt was om met zijn kleinkinderen te wandelen. In elk geval niet om grootse sportprestaties te leveren. Rug en knie weigerden eerst beurtelings, toen tegelijk, dienst. Tijdens de paar trainingsritten in Limburg leek ik soms meer op een boer die zich op een Belgisch trekpaard voortbewoog, zo hard vlogen mijn fietsvrienden van mij vandaan. Twee van hen, met een medische opleiding, analyseerden dat de ouderdom bij mij nu echt had toegeslagen. Welgemeend? Misschien. Maar wat tegen ze spreekt, is dat ze nooit te beroerd zijn om iets extra in te wrijven. Logisch toch dat ik, voordat we aan de klim van de Izoard beginnen, ik deze fietsvrienden meedeel, dat ik ervan afzie en wel ergens op het terras een colaatje ga drinken.
De Nissan NV300, die ons luxueus en zeer praktisch, inclusief onze fietsbagage, naar de Alpen vervoerde
Wielerziel
Ik zit op het terrasje en treedt uit mijn lichaam. Is dit mijn wielerziel? Verderop zie ik mijn drie fietsvrienden wegrijden. Ik kijk op mijzelf neer en realiseerde dat die persoon beneden mij een beslissing had genomen, waar hij een dag later heel veel spijt van zou hebben. De wielerziel keert terug en verenigt zich met mijn fysieke omhulsel. Ik spring op de fiets, nog voordat de ober dat colaatje had gebracht. Ik zie wel waar dit schip strandt. Dit schip heeft mysterieuze krachten. Ik ga door in een hypnotiserend ritme. Moe, maar nooit uitgeput. Nu nog een paar steile bochten. De weg spaghettisliert zich door een stenen landschap. Een ijskoude wind stort zich vanaf de top op mij. Mijn spieren verklammen, in mijn hoofd brandt in neonletters het woord afstappen. Ik negeer het. Ik zet nog een keer aan. Nog twee bochten, nog één. Dan zie ik het monument van de Izoard. Mijn fietsvrienden kijken verbaasd op. Waar komt hij nu vandaan? Zie ik ze applaudisseren? Ik parkeer mijn fiets tegen het monument. Als laatste geëindigd, toch voel ik mij euforisch. Ooit veroordeelde ik Joop Zoetemelk dat hij zo vaak genoegen nam met een tweede plek. Nu begrijp ik dat je niet hoeft te winnen om toch te hebben gewonnen.
Falder.nl is de grootste site voor mannen van 50-plus van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina