Fleur: ‘Ik ben een groot fan van kamperen. Toch ken ik veel mensen, best leuke mensen ook, die er helemaal niks van moeten hebben. Mijn beste vriendin bijvoorbeeld is zwaar anti. Zij brengt haar vakantie het liefst door met perfect gelakte nagels op een ligbed aan een zwembad in een Turkse of Griekse badplaats, waar knappe obers de hele dag door kleurige cocktails rondbrengen. In een tent slapen en wekenlang alleen het minimale aan je uiterlijk doen, voor haar is het regelrechte horror.
Voor mij is zo’n zonvakantie dan weer mijn worst nightmare. Je zou dan ook denken dat het best vreemd is dat wij vriendinnen zijn, maar ergens volg ik haar ook wel.
Kamperen is namelijk vooral fijn als het mooi weer is, en dat is het niet altijd. Zelfs niet in Frankrijk.
Mijn vent haat regen. Zodra hij merkt dat zo’n verplaatsactie nul zin blijkt te hebben, gaat hij aan een stuk door zitten zuchten achter het stuur.
Zelf ben ik meer van de moed erin houden. Voor de kinderen. En voor de algehele vakantiestemming. Tegen beter weten in soms, dat weet ik ook wel, maar iemand moet het doen.
Hij: ‘Ik ga hier stoppen en dan gaan we even praten, want dit is niks zo. Misschien moeten we maar doorrijden naar de Provence.’
Ik: ‘De Provence? Weet je wel hoe ver dat nog is? We zitten al uren in de auto. En dan moet ik nu nog op stel en sprong een camping gaan regelen.’
Hij: ‘Ja, dat is dan maar zo.’
Ik: ‘Laten we nou gewoon naar de afgesproken camping gaan. Misschien is het morgen wel beter weer.’
Hij: diepe zucht.
Als we in zo’n kakstemming op een nieuwe plek aankomen, is mijn vakantiegevoel ver te zoeken. Wat het ingewikkelder maakt, is dat ik weet dat er ook mannen bestaan die wél positief blijven, ook als het met bakken uit de lucht komt. Zij trekken gewoon een regenjas aan, rammen tentharingen in rotsgrond terwijl de windvlagen om hun oren suizen en gaan daarna gezellig zitten Rummikubben met de kinderen terwijl de zondvloed langs de sleurhut gutst. Maar ik heb dus niet zo’n man. Ik moet het allemaal uit mezelf halen.
Gelukkig is het weer de volgende dag vaak wel beter, en trekt hij bij. Een paar uurtjes zon en hij is alle ellende vergeten. En kan ik ook weer een beetje ontspannen.
Met de bewuste vriendin staat de afspraak om samen op vakantie te gaan in het jaar dat we allebei vijftig worden. Dat is komend jaar. Kamperen zal het niet worden, dat staat vast. Maar de combinatie ligbed in de zon – knappe obers – cocktails lijkt me opeens zo gek nog niet.
Foto: Getty