Aan kinderspelletjes hangt een diep romantische gloed van weemoed en onschuld. Misschien is daarom wel het meest huiveringwekkend aan de populaire Netflixserie ‘Squid Games’, dat deze onschuldige kinderspelen veranderen in bloederige wedstrijden van leven op dood. Maar waren kinderspelletjes echt zo onschuldig?
1x aangereden door een auto tijdens het stoepranden (en heel vaak bijna), 1x houten pijl in mijn lip, afgeschoten door mijn broer met een zelfgemaakte indianenboog
Als ik (red.: Hans van der Steeg) voor mijzelf spreek, was het tijdens het spelen in onze kindertijd regelmatig ook een kwestie van leven of dood. Sowieso vloeide het bloed rijkelijk. Mijn huishoudboekje noteert de volgende ongelukken: 1x aangereden door een auto tijdens het stoepranden (en heel vaak bijna), 1x houten pijl in mijn lip, afgeschoten door mijn broer met een zelfgemaakte indianenboog, 1x in de sloot gevallen tijdens het vissen, 2x door het ijs gezakt tijdens het ‘schorsie bommen’, 1 x een hersenschudding na een val uit een boom. Niet genoteerd en allang weer vergeten: ontelbaar vaak open knieën en scheenbenen na ontelbaar aantal struikel- en valpartijen, gekneusde enkels tijdens pleintjesvoetbal, builen na het stoten van mijn kop, verbrande vingers na fikkie steken.
Jouw mening?
Uit onderzoek van Jantje Beton in 2018 onder (groot)ouders en kinderen blijkt dat overigens er dramatisch minder buiten wordt gespeeld. Grote generatieverschillen worden duidelijk zichtbaar. Daar waar (groot)ouders vroeger massaal naar buiten gingen, spelen kinderen nu binnen. In vergelijking met 2013 is het aantal kinderen dat elke dag buiten speelt in de buurt gedaald van 20% naar 14%! Van de 1,2 miljoen kinderen op de basisschool zijn er dus meer dan 1 miljoen kinderen die niet meer dagelijks buitenspelen. Hoe zat dat in jouw kindertijd? Was die ook bij tijd en wijle bloederig? Vind je het goed dat de jeugd tegenwoordig minder risico’s loopt?