Wat voor auto rij je tegenwoordig privé?
“Een Fiat Panda”
Uh?
“Ja, joh, die is ideaal voor dagelijks gebruik, thuis in Londen. Verder heb ik nog een Porsche, een oude Rolls-Royce en een Ferrari, maar die staan veilig in de garage. Op die Ferrari ben ik trouwens best trots. Het is een F458. Als je het mij vraagt, is dat één van de mooiste ontwerpen. Word ik heel gelukkig van.”
Wat is dan je favoriete vervoermiddel?
“De fiets.”
Nou moet je ophouden…
“Nee, echt. Ik heb er altijd ééntje gehad sinds ik tweeënhalf was. Het ontwerp is natuurlijk 19de eeuws, maar het voldoet nog steeds perfect. De filosofie erachter was hetzelfde als de auto, mobiel worden, verder kijken. Daar hou ik van. De energie-efficiëntie is daarnaast natuurlijk briljant. Een zakje chips met een biertje is al genoeg om vooruit te komen. Wel grappig, trouwens, dat jullie Nederlanders met al die fietsen, kennelijk tóch nog zo van de Grand Tour en het oude Top Gear houden.”
Gaat die oude jongens krentenbrood-formule van jullie niet vervelen. Vinden jullie elkaar bijvoorbeeld nog wel leuk? Ik kan me best voorstellen dat jij je soms wel eens soort aan een alpha-mannetje als Jeremy Clarkson.
“Haha… jazeker, Jeremy werkt mij soms ook erg op de zenuwen. Ik vind hem vooral irritant als hij zich weer ‘ns opstelt als een halve hooligan. Dan is ie net zo saai en voorspelbaar als een greatest hits-album van Supertramp, waar hij ook zo verzot op is. Maar de ziel van het programma, drie normale jongens die oprecht over hun passie en hobby, auto’s, praten, die staat nog steeds. We hebben nog steeds die lads-vibe, geloof me. Anders zou het niet werken.”
Ben je er ook niet zat van om constant Captain Slow genoemd te worden…
“Tja, dat hoor ik ook altijd op straat [gniffelt]. Maar wat niemand beseft: ik ben toevallig dus wel de allersnélste TopGear-presentator ooit. In een Bugatti Veyron haalde ik bijvoorbeeld 417 kilometer per uur. Ongeschonden ook nog. Richard (Hammond, red.) in dat raketding deed iets van 500 km/u, maar hij maakte vervolgens die belachelijke crash. Kortom, dat telt niet, vanzelfsprekend.”
Wat voor type automobilist ben jij eigenlijk?
“Ik hou mij altijd aan de erecode van Jeremy. Dus ik rijd zo hard mogelijk waar dat gemakkelijk kan. Dus lekker gaan, gas erop… Leef je uit. Maar ik rij langzaam, waar dat móet. Wij gedragen ons immer als gentlemen binnen de bebouwde kom. Er is één generale wet in het verkeer: idioten rijden als idioten.”
Rij je wel eens om voor een goedkope pomp?
“Ik rijd tot de laatste druppel door, dus tja, ik moet steevast tanken bij het eerstvolgende benzinestation. Ook al kost een liter benzine daar dan honderd pond.”
Wat is het moeilijkste voertuig dat je ooit hebt bestuurd?
“Ik heb onlangs in zo’n Londense stadsbus, dat nieuwe model dubbeldekker gereden. Nog een hele klus. In dat enorme gevaarte is het namelijk heel gemakkelijk om iets fout te doen en heel moeilijk om het goed te doen. Die bus wordt overigens diesel-electrisch aangedreven. Dat is wat mij betreft ook de toekomst voor de moderne auto. Ironisch is wel dat die slimme motoren al decennia in treinlocomotieven zitten. Die trein-ingenieurs waren hun tijd ver vooruit.”
Je hebt een vliegbrevet en je bent ook luchtvaart-fanaat. Daar nog wensen?
“Ja, er vliegt bij jullie zo’n gerestaureerde DC3 van de KLM rond. Zou ik die mogen hebben? Nee, zonder dollen, mijn droomvliegtuig is de Curtiss P-40, een fighter uit de Tweede Wereldoorlog. Maar dat vliegen, ja, daar wijd ik mijn leven aan. Ik vind het fantastisch en ben blij verbaasd dat het mij is gegund.”
Jullie zijn voor The Grand Tour vaak on the road. Aan het begin zelfs met een podiumtent. Hoe rock’n’roll was dat? Led Zeppelin anno 1973?
“Je moest ons zien backstage! We deden dutjes en dronken warme chocomel. Het is echt niet zo dat we cocaïne uit de navel snuiven van callgirls. Helaas niet.”
Wat vind jij één van de beste auto’s van de laatste jaren?
“De nieuwe Landrover Range Rover. Ik heb nooit gedacht dat ik een Range Rover-type zou zijn. Ik bedoel, ik woon in de vrij drukke Londense wijk Hammersmith, en ook nog in een nauw straatje. Daar is zo’n bakbeest heel onhandig. En nee, ik pieker er niet over om ooit met een auto off road te gaan. Zo stompzinnig. Maar sinds een testrit ben ik weg van de Range Rover. Hij zit bomvol perfect werkende slimmigheidjes. En hij is Brits. Ook mooi meegenomen natuurlijk. Ach, ik hou gewoon van mooie en toegepaste techniek, of het nou die nieuwe Range Rover is, of de moersleutel in mijn tuinhok.