Nog steeds denkt iedereen dat Woodstock een Love & Peace-festival was, ooit vernoemd naar dat schattige dorpje Woodstock in New York Upstate. Nou, not. Dat weet ik sinds ik in de States ooit een zoektocht ondernam naar de originele locatie. En ja, ik toog in mijn Buick Roadmaster (coole naam) natuurlijk naar Woodstock zelf. Het rustieke plaatsje – waar Bob Dylan, Todd Rundgren en The Band ooit woningen hadden – vent het festival nog steeds enthousiast commercieel uit. Alleen kwam ik er al snel achter dat Woodstock nooit ín Woodstock heeft plaatsgevonden. Nooit.
Woodstock was niét gratis
Destijds vond de burgemeester zo’n muziekfestival op het laatste moment niet tof, maar het was al te laat om de posters te veranderen. Met enige gene verwezen ze mij in Woodstock door naar het gehuchtje Bethel, dik 100 kilometer verderop, in Pennsylvania. Na aanwijzingen van een lokale Max Yasgur (de boer die in 1969 zijn land beschikbaar stelde) stond Falder uiteindelijk – als enige bezoeker – op die glooiende heuvel van die iconische hoesfoto. Een minieme plaquette vierde dat mij mee. De muziek van Woodstock blijf ik cool vinden, maar het blijft dik een halve eeuw na dato een popevenement met een flink randje. Eén van de grootste misverstanden is, dat het een ‘gratis festival was’. Eh, nee.
Hippies zijn net Bassie
De toegangshekken – een kaartje kostte 8 dollar – werden bestormd en voedselstandjes, waar ze ook een beetje geld vroegen gingen in de fik. Hippies zijn net Bassie: alles is voor hun. Natuurlijk, was iedereen tegen Vietnam. Er waren protestliederen en spreekkoren. Maar toen de honger & dorst logischerwijs toesloegen, werd de anti-oorlogsmeute gered door de gealarmeerde bevoorradingsheli’s van de US Army, met medevac-piloten, die net uit Da Nang en de Mekong Delta kwamen. Ook moesten honderden ziek geworden mensen geëvacueerd worden vanuit het festival-terrein. ,,We deden in Woodstock hetzelfde als in Vietnam’’, aldus één van de piloten, die door de anti-oorlog-hippies ondanks hun hulp werden uitgejouwd.
Michael lang: niet verantwoordelijk voor doden
Saillant: de grote man achter Woodstock, Michael Lang verbond zijn naam een half jaar later ook aan Altamont, dat het Westcoast-antwoord had moeten worden op Woodstock. Vrij onhandig huurde hij de Hells Angels in als ordedienst. Ze zaaiden dood en verderf in het publiek. Letterlijk, want de motorbende vermoordde collectief een jonge zwarte man in de voorste rijen tijdens de Rolling Stones-set. Er vielen overigens nog drie doden bij het Altamont-festival. Dat Michael daar nooit echt van heeft geleerd, bleek ook uit de rampzalige organisatie van Woodstock 99, dat onlangs nog geweldig is vastgelegd in de Trainwreck-docu, waarin hij overigens wegduikt voor zijn verantwoordelijkheid voor drie mislukte en óók dodelijke festivals. Ach, hippies blijven de ergste kapitalisten.