De tech scale up waar ik werkte, is failliet. Mijn oud-collega’s haasten zich nu om op LinkedIn het bedrijf de hemel in te prijzen (‘zoveel geleerd!’). Zo hoort dat blijkbaar. Maar mij verbaasde het niet dat het misging.
Mijn collega’s waren zonder uitzondering slimme en interessante mensen. Ze hadden de uitdaging aangenomen om een app te ontwikkelen en daar wilden ze helemaal voor gaan. Maar de obstakels op hun weg waren te groot. Die obstakels? Slecht management, maar vooral oprichters die hun rol niet begrepen.
Gevoel
De oprichters hadden geen visie, maar bemoeiden zich wel graag met alle details. Ze liepen te pas en te onpas binnen om plannen of prioriteiten te wijzigen. Ze hadden de knapste koppen aangenomen, maar als het op het nemen van beslissingen aankwam, gingen ze toch af op hun gevoel. ‘We doen niet aan marktonderzoek,’ zeiden ze. De directeur geloofde niet in vrouwen in leidinggevende posities. En je deed wat hij zei dat je deed. Dat je had gesolliciteerd op een specifieke functie deed er niet doe. Dat heette dan agile werken.
Het deed iets met mijn collega’s. De houding van de bazen zorgde voor een cultuur waarin vergaderingen op elk moment worden geannuleerd of onderbroken konden worden, zelfs sollicitatiegesprekken. Ik kan je vertellen: je gaat er niet harder van werken.
Inwisselbaar
Al die knappe koppen voelden zich buitengesloten. Collega’s voelden zich niet gezien en ook niet betrokken. Mensen vertrokken van de één op de andere dag en droegen zelden hun werk over aan een collega. Ze wisten zich inwisselbaar.
Ben jij zo’n man die klaagt over het gebrek aan eigen initiatief in je gezin of op je werk? Zeg nou zelf: verwacht je dat ze zelf met de juiste oplossing komen? Of weet jij het altijd beter?