Jeugd

Toen

Hoe ik aan militaire dienst ontsnapte

In mijn jeugd was er nog opkomstplicht voor militaire dienst. Ik moest er dus ook aan geloven, hoewel ik er behoorlijk tegenop zag. Ik werd goedgekeurd, ondanks mijn bijziendheid en de psychologische test die ik opzettelijk slordig had ingevuld. Dat ik alsnog aan het eindeloos wachtlopen ontkwam, had te maken met een akkefietje in de kroeg.

Mijn dochter is 17 geworden en kreeg een dienstplichtbrief. Dat betekent dat zij ingeschreven staat voor militaire dienst, maar niet wordt opgeroepen – de oproepplicht is sinds 1997 immers opgeschort. Ik schrok van die brief, ook al staat er nadrukkelijk bij dat de oorlog in Oekraïne niet betekent dat mijn dochter ineens wordt opgeroepen. De jaren 80 waren toch onbezorgder. Er was toen geen directe dreiging van een oorlog – en die Koude Oorlog, tsja, dat was voor mijn gevoel meer een clownesk toneelstukje tussen twee grootmachten, zoals in die videoclip Two Tribes van Frankie Goes To Hollywood. Wel had ik vrienden die graag in dienst wilden. Een van hen was al gelegerd op een kazerne en pochte dat hij had leren schieten. Toen hij een keer met zijn hand in het gips zat, vroeg ik hem of hij zijn geweer misschien verkeerd om had vastgehouden. Vond hij niet leuk.

Ambulance
En toen werd ik zelf opgeroepen. Ik moest naar een saai kantoorgebouw en werd streng ondervraagd door besnorde mannen zonder humor. Ik besloot het keuringsformulier in te vullen alsof ik niet helemaal in orde was. Daar trapten ze niet in. Ik bleek fit for duty, verdomme! Maar toen kwam die onzalige zaterdagavond in de kroeg. Het avondje uit dat met een dreun eindigde. Ik zou met een ambulance naar huis worden gebracht en wekenlang gestrekt op de bank doorbrengen. Diagnose: gebroken oogkas, inwendige bloeding en een hematoom, waar kickbokser Rico Verhoeven bang van zou worden. Samengevat: een lul met een strafblad had mij op weg naar de bar een keiharde stomp in het gezicht gegeven. Over de reden tast ik nog in het duister, maar het zal te maken hebben gehad met mijn lengte (klein) en mijn uiterlijk (bril). Ik zat met de brokken.

Excuus
Het herstel duurde maanden, maar ik had niet verwacht dat het toch nog ergens goed voor was. Intussen had ik namelijk een herkeuring aangevraagd bij Defensie. Ik wilde proberen alsnog een vrijstelling te krijgen. Ik mocht terugkomen, onderging dezelfde formaliteiten en jawel hoor, ik lag eruit. Ontslagen, om medische redenen. De huisarts had het zelf gezegd: mijn oogkas was nog niet voldoende genezen. Het zou te kwetsbaar zijn voor fysieke oefeningen zoals die in het leger van mijn verlangd werden. Ik zou er dan een chronisch trauma aan overhouden. En zo verdween ik via de achterdeur uit militaire dienst, waar ik met één been al in had gestaan. En even, héél even maar, was ik blij dat ik die avond naar de kroeg was gegaan.

Dat zakboekje op de foto was van mijn vader (1942-2015). Hij was in 1963 korte tijd gelegerd in de Kolonel Palmkazerne in Bussum, waarna hij als gewetensbezwaarde naar huis werd gestuurd. Dat ging niet zomaar: het kostte hem een nacht in de cel (klaverjassen met de cipiers) en twee weken corvee.

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT