In de zinderende hitte van de zomer van 1979 vond een uitzinnig project plaats, dat de rauwe essentie van rock ’n roll belichaamde: Cha Cha. Hoewel zeker geen meesterwerk, was deze grensverleggende rock ’n roll-happening geen gewone gebeurtenis; het was een ineenstorting van realiteit en fantasie, een maalstroom van geluid en waanzin, met de enigmatische Herman Brood als het kloppende hart van deze trip. De film Cha Cha is niet simpelweg een aaneenschakeling van muzikale fragmenten, maar een psychotische reis door de ziel van Brood en zijn tijdgenoten. Op het hoogtepunt van zijn excentrieke carrière, omringd door de kleurrijke en krankzinnige Nina Hagen – die hij nog bij wijze van PR-stunt trouwde – en de betoverende Lene Lovich, verweefde Brood zich in een kolkende symfonie van rock, chaos en ja, slecht acteerwerk.
Onze held van nu: een VVD-burgemeester!
Brood, op zijn manier een muzikaal genie en een symbool van hedonisme en rebellie, was het soort figuur dat we vandaag de dag node missen. Waar zijn de rock ’n roll helden van weleer, die zich keer op keer in het onbekende stortten en hun eigen regels schreven? De echo’s van Brood’s schreeuw om vrijheid en onafhankelijkheid lijken nu te worden gesmoord door een golf van conformiteit en commercialisering. Nu hebben we Guus Meeuwis, die er uit ziet als een VVD-burgemeester. Onze generatie die na de oorlog werd geboren, werd gevoed met de verhalen van revolutionaire geesten die de wereld veranderden. Maar ergens in de wirwar van de jaren ’80 en ’90 gingen die glorieuze overblijfselen verloren. De film Cha Cha lijkt nu een verre herinnering aan een tijdperk waarin het ondenkbare mogelijk was. Lene Lovich’s personage, de politiek activiste met verborgen motieven, lijkt bijna profetisch te zijn voor de sluier van bedrog die over de latere jaren viel.
Alles voor de likes
De tragiek van Cha Cha is niet alleen dat het een tijdsbeeld vastlegt dat lang vervlogen is, maar ook dat het ons confronteert met de huidige staat van stagnatie. De idolen van nu lijken te zijn verworden tot digitale avatars en sociale mediapersonages, meer bezig met likes dan met authentieke expressie. De intensiteit van Brood’s wilde ogen (oké, door de speed) en de wervelwind van zijn muziek zijn vervangen door zorgvuldig samengestelde Instagram-esthetiek. In een tijd waarin muziek en kunst steeds meer worden gedomineerd door voorgekauwde formules en commerciële strategieën, lijkt het idee van een film als Cha Cha bijna utopisch. Het vermogen om een samenleving te schokken en te inspireren zoals Brood dat deed, lijkt te zijn vervangen door een verlangen naar stabiliteit en voorspelbaarheid. Dus laten we Cha Cha koesteren als een spiegel die ons herinnert aan de tijd dat Nederland nog een symfonie van rebellie en creativiteit was. Laten we blijven zoeken naar nieuwe stemmen die zich durven te verheffen en de status quo uitdagen. En wie weet, misschien zal er ooit weer een glimp zijn van een rock ’n roll held die ons met dezelfde intensiteit en vrijheid betovert als Herman Brood dat deed, en ons opnieuw in een maalstroom van verandering en opwinding stort.