Irene lacht, Irene huilt. Nee, ze maakt van haar hart bepaald geen moordkuil. Dus durfde Irene ook voor de camera te vertellen, hoe rot ze zich voelde, het jaar na de Olympische Spelen, waar ze tot ‘Golden Girl’ werd gekroond, dankzij maar liefst twee gouden plakken. Zou zij ook zo spontaan zijn bij jou thuis? Nou, dat weten we nu meteen. Want daar staat ze. Ze is gevallen voor je zoon. ‘Pap, dit is Irene’, zo stelt je zoon haar voor. Dan ben je opeens de schoonvader van schaatskoningin Irene Schouten.
Stel dat je net flink heb staan klussen en dan in je gore overal, met je gore handen haar begroet. Hoe reageert Irene daarop?
Irene is van jongs af niets anders gewend dan vieze handen. Zij werd groot op het bloembollenbedrijf van haar vader en moeder in het Noord-Hollandse Wevershoof. Vuile handen zijn daar net zo normaal, als gordijnen voor de ramen of dekens op een bed. Irene zelf pelde de blaren van haar vingers, als de tulpenbollen na het rooien op de kwekerstafel terecht kwamen. Zat haar vader te springen op het land om bijstand, dan stond Irene binnen de kortste keren naast haar papa de grond te bewerken of tulpenbollen te koppen. Dus vieze handen zijn juist een pré bij haar. Liefst nog voorzien van een flinke laag eelt. Een schoonvader met werkersmentaliteit, ja daar voelt ze zich helemaal bij op haar gemak.
Hoe zijn de gesprekken aan tafel?
Gewoon heel normaal. Irene valt niet op enig arrogantie te betrappen. Ze babbelt lekker over het weer. De bloemen die op tafel staan. Irene maakt natuurlijk een grapje, dat ze volgende keer nog veel mooiere mee zal nemen van het bedrijf van haar vader. Als jij en je vrouw wat lang in de keuken staan, hoor je meteen: ‘zal ik even helpen?’ Ja, zo is ze. Ze verzorgde ook jarenlang haar moeder, die jammerlijk door een hersenbloeding werd getroffen en nu in een verzorgingstehuis woont. En verder? Opvallend is dat ze alle tijd neemt. Voorheen was het altijd snel, snel, nel. Eten in de mond proppen en huppetee, weer in het bedrijf van haar vader aan de slag of naar de schaatsbaan. Maar in dit na-Olympisch jaar heeft ze geleerd ook langer te genieten van momenten die ertoe doen. Dus daar zit ze aan tafel, lachend zoals je haar kent van de interviews als ze weer een medaille in de wacht heeft gesleept, nippend van haar witte wijn en van tijd tot tijd een anekdote vertellend in gezellige Noord-Hollandse tongval.
Hoe is het met Irene ’s morgens aan de wastafel?
Irene bleef zelfs slapen bij je zoon, want het liep gisteravond nogal uit. ‘Zullen we nog een flesje wijn doen? Waarom niet.’ Maar dat was dus een flesje teveel. Terwijl jij uit bed rolt en met bonkende koppijn naar de wastafel schuifelt, doet Irene al in schaatspak nog een lippestifje op. Ja, feestjes of niet. Irene is een ochtendmens. Ze heeft een ijzeren discipline, dus op naar de schaatsbaan. ‘Was gezellig, doei,’ zegt ze, terwijl jij gapend naar jezelf kijkt in de spiegel. ‘Bam,’ je hoort de achterdeur beneden dichtslaan. Wat een gouden schoondochter, denk je, terwijl je een haar uit je neus trekt.