Hoe komt dat? Het gevoel dat het verleden zich steeds meer opdringt naarmate je ouder wordt.
‘Wat in elk geval meespeelt, is dat nieuwe ontwikkelingen maar doorgaan. Technologie verandert in een duizelingwekkend tempo en culturele trends komen en gaan met de snelheid van het licht. Voor jongere generaties lijken deze veranderingen natuurlijk en gemakkelijk te omarmen. Ben je ouder, dan kan het een uitdaging zijn om gelijke tred te houden. Het verleden lonkt dan, dat voelt als een warm bad. Het is heel vertrouwd en bekend.’
Het lijkt alsof de tijd veel meer vliegt, dan vroeger. Heeft dat er ook iets mee te maken?
‘Als je jong bent, sla je voortdurend nieuwe wegen in, met gebeurtenissen, die je achteraf bestempelt als iconisch. Dat geldt zeker ook nog voor de tijd dat je kinderen hebt. Als die vervolgens de deur uitgaan, zijn deze soort momenten doorgaans nog op een hand te tellen. Weken lijken steeds meer op elkaar. Het heden lijkt te vervagen. Nieuwe onvergetelijke, vooral mooie, ogenblikken komen er nauwelijks bij. Die liggen vooral in het verleden. Logisch dat we dan de momenten van geluk en vreugde steeds meer koesteren.’
Ja, het lijkt wel alsof begrafenissen nog de enige iconische momenten zijn
‘Haha, dit klinkt een beetje overdreven. Maar verlies van naasten speelt zeker een rol, naarmate we ouder worden. Ook je eigen lichaam protesteert meer en meer. Je beseft dat het leven fragiel is. In vergelijking daarmee was het leven vroeger mooi en zorgeloos.’
Moet je die hang naar het verleden negeren of koesteren?
‘Zwelg er niet in, zou ik zeggen. Maar tegelijkertijd heeft het ook iets moois. Het verleden kun je zien als een bron van wijsheid, die je kunt raadplegen in tijden van onzekerheid. Het kan je helpen om juist betere beslissingen te nemen, die in de toekomst liggen.’