We herinneren ons de middagen als kind, zittend voor de kleine televisie met draaiknoppen, hoe we ons verzamelden om haar gratie op het ijs te aanschouwen. De wereld leek simpeler, of misschien voelt het alleen zo omdat we door de sluier van nostalgie kijken.
Haar pirouettes en sprongen brachten een betovering die zelfs de ruizige grijstinten van onze oude tv niet konden dempen.
Sjoukje was onze nationale trots, elke beweging op het ijs een stille triomf in de nasleep van moeilijke jaren. Het was meer dan sport; het was een kunstvorm die, zelfs door de eenvoudige techniek van de uitzending, miljoenen kon roeren.
Vandaag de dag, met onze heldere, haarscherpe beelden, is het moeilijk voor te stellen hoe die onscherpe beelden van toen zo veel emotie en verwondering konden opwekken. Maar ze deden het. Sjoukje schaatste in een tijdperk waar elke sprong en zwier niet direct herbekeken kon worden. Elke uitvoering was vluchtig en uniek; gemist betekende gemist.
Nu Sjoukje Dijkstra er niet meer is, mijmeren we over hoe haar optredens een symbool waren van een andere tijd, een andere manier van samen zijn en samen beleven. Haar dood markeert het einde van een hoofdstuk uit onze jeugd, waarin helden in zwart-wit niet alleen op het ijs, maar ook in onze harten dansten.
Foto: Getty