Ooggetuigenverslag van David Silva, 16th Infantry Regiment, 1st Infantry Division van de USA army:
“Het geluid van de motoren en het water dat tegen de romp van ons landingsvaartuig sloeg, was oorverdovend. Terwijl we dichter bij het strand kwamen, zag ik de gespannen gezichten van mijn kameraden. Sommigen staarden naar de horizon, anderen hadden hun ogen gesloten alsof ze probeerden in gedachten ergens anders te zijn. De angst was tastbaar, maar er was ook een vastberadenheid in de lucht.
Ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen en probeerde mijn handen stil te houden terwijl ik mijn wapen nog eens controleerde. Mijn gedachten schoten heen en weer tussen thuis en het hier en nu. Ik dacht aan mijn ouders en mijn broer, en hoe ik hen beloofd had terug te komen. Maar ik kon de verhalen niet vergeten die ik had gehoord over de Duitse verdedigingen op Omaha Beach. Ik wist dat we door een muur van vuur moesten breken om de kust te bereiken.
De sergeant gaf nog wat laatste aanwijzingen, maar zijn stem leek ver weg. Ik wist dat mijn training me zou moeten helpen, maar de angst voor het onbekende was overweldigend. Zou ik gewond raken? Zou ik sterven? Zou ik mijn vrienden zien vallen? We kwamen dichterbij en de geluiden van de strijd werden luider. Ik zag de rook en de explosies op het strand en voelde een golf van paniek opkomen. Maar tegelijkertijd was er een gevoel van onvermijdelijkheid. Dit was mijn plicht. We moesten het doen, voor ons land, voor onze vrijheid, voor elkaar. Ik mompelde een kort gebed en keek naar de anderen. Iedereen was bang, maar we waren samen.
De klep van het vaartuig viel open en chaos brak los. We sprongen in het ijskoude water, kogels suisden om ons heen. Ik rende, half gebukt, wetende dat elke stap mijn laatste kon zijn, maar vastbesloten om door te gaan.
In dat moment, tussen angst en vastberadenheid, realiseerde ik me dat dit de ultieme test van mijn moed was. En hoewel de angst me bijna verlamde, was er ook een vreemde kalmte. Ik moest doorgaan, voor mezelf en voor mijn kameraden. En dus rende ik, met elke stap hoop ik dat we het zouden halen.”
Foto: Getty