Tuurlijk hebben wielrenners de schijn tegen. Zeker als ze in een groep rijden. Want als zo’n peloton je tegemoet komt, dan hoor je ze schreeuwen. Het fietspad oogt opeens te smal. Wat vinden mannen toch zo fascinerend aan racen op de fiets?
Nou, dit …
De voorbereiding:
Zondag vandaag, vroeg. Moeie kop nog.
Gisteren mijn fiets gepoetst en ketting gesmeerd.
Hé daar zijn mijn maten. Ik fiets ze er vandaag uit.
Onderweg
‘Jongens, attent blijven hè bij andere fietsers’
‘Tegenligger’, pas op. opletten!’
‘Bocht! rechts blijven’
Pfff, moeie poten, Ik zak iets af.
Dame met kindje voorop: ‘opletten jongens’, voorzichtig.’
‘Auto van rechts. Pas op, hij ziet ons niet.’
‘Klootzakken, jullei gaan te hard. Kalm aan daar vooraan’
Waarom blijven die lui zo lang naast elkaar fietsen?
Onderweg: verstand op nul-moment
Tijd voor kopwerk. Ik haal in. Shit, tegenligger. Sorry, iets te veel naar rechts.
Onderweg
‘Paaltje, pas op!’
‘Hé jongens, blijven opletten hè. We zijn niet alleen op de weg.’
Onderweg: verstand op nul-moment
Stoplicht rood. Kan nog wel naar de overkant.
‘Sorry, mijn fout. Zag je niet aankomen’
Onderweg
Ging net aan goed, Blijven opletten.
Dorst.
‘Tegenligger’!
Mooie vrouw was dat.
Wind tegen, moe.
‘Kalmpies aan ff vooraan lul.’
‘Uitkijken jongens.’
Onderweg: verstand op nul-moment
Bord bebouwde kom. Ik sprint.
Nee, te moeie benen. Ze gaan over me heen
Nog ff en we gaan koffie drinken
Op het terras:
Gezellig vandaag.
Simpel toch?
Foto: Getty, Michael Blann