Het was namelijk het jaar waarin Geesink op de Olympische Spelen van Tokio als eerste niet-Japanner een gouden medaille won in judo. Anton werd in een klap nog beroemder, want hij had in 1961 dit kunstje al eerder geflikt door ook een Japanse judoka te verslaan bij het WK. Ook in 1965 won hij het WK Judo, opnieuw door een Japanner te verslaan. Geesink was een bejubelde persoon in Japan, maar ongetwijfeld ook een gehate.
Geesink behaalde de 10e dan in judo, de hoogste graad die een judoka kan bereiken. Hij kreeg deze graad in 1997, een zeldzame eer die slechts aan een klein aantal judoka’s wereldwijd is verleend.
Naast judo was Geesink ook actief in andere sporten zoals worstelen en gewichtheffen. Hij was bijvoorbeeld lid van het Internationaal Olympisch Comité (IOC en speelde een rol in de internationale sportwereld buiten de judomat. Geesink schreef verschillende boeken over judo en zijn ervaringen, waaronder “Modern Judo” en “De Judo-Sport”, waarin hij zijn kennis en filosofie over de sport deelde.
Geesink woonde boven zijn judoschool in een naar hem genoemde straat; de Anton Geesinkstraat in Utrecht. In 2021 werd het gebouw afgebroken om plaats te maken voor appartementen.
Rijk de Gooyer betrapte als jonge bakkersknecht de toen 12 jaar oude Anton Geesink eens op het stelen van een broodje, waarop hij Geesink een flink pak slaag gaf.
Maar ook in de wereld van entertainment speelde Geesink zijn rolletje mee. De Anton Geesinkmars is een muziekstuk voor draaiorgel, speciaal voor Geesink gecomponeerd. In 1978 was hij te zien met een gastrol in Pipo en de Noorderzon, namelijk als de bewaker van het ijspaleis van koningin Frigitte. En tussen 1968 en 1971 speelde Geesink in Oebele, waarin hij ook het liedje “Judo rock” zong.
bron: Wikipedia
Foto: Getty