Die goede oude tijd? Nee hoor, niet alles was beter. Want wat kostten deze zaken veel tijd, ergernis, schaamte of geld, in vergelijking met nu.
- Geld halen
In de rij bij de bank. Je bankboekje laten zien aan de bankbediende. Je handtekening zetten onder een formulier. Wachten. Wachten. Wachten. Je naam wordt opgeroepen. Je geld tellen. Naar huis. En in het weekend voor een gesloten deur staan. - Porno
Een videoband uitzoeken bij de categorie ‘Porno’. Hopen dat niemand je ziet. Video onder een ‘gewone’ videoband stoppen en tegelijkertijd alle banden afrekenen bij de kassa. Hopen dat er geen bekend staat, die je kent tijdens het afrekenen. - Auto rijden
Voorin naast je vader. Zonder riemen. Je vader steekt een peuk op. Je zet je schrap bij elke bocht en hoopt dat je niet naar voren schuift als je vader te hard remt. - Een reis boeken
Naar het reisbureau. Wachten totdat je aan de buurt bent. Op een ongemakkelijke stoel achter een te hoge balie plaatsnemen. Horen dat de reist waarop je had gehoopt, volgeboekt was. Iets ter plekke uit de catalogus zoeken. Meisje achter de balie kijkt bedenkelijk op de computer. Die bestemming zit dus ook vol. Twee uur later uit de winkel stappen. Niet met het land waar je op had gehoopt. Evenmin het hotel. Toch blij.
- Fietsverlichting
Dynamo kapot. Dynamo te ver van de band. Stroomdraad los van dynamo. Stroomdraadbreuk. Voorlicht kapot. Achterlicht kapot. Dynamo eraf getrapt. Voorlicht eraf getrapt. Achterlicht eraf getrapt. - Telefoneren vanuit het buitenland
In de rij bij de telefooncel. Hopen dat je de bedompte lucht in de cel niet blijft hangen in je kleren. Je muntgeld tellen en opstapelen naast of op de telefoonbox. Je vergissen in het lange telefoonnummer. Nog een keer draaien. Wachten op de connectie en hopen dat elke ver weg-klik niet ‘einde verbinding’ betekent. Een stem horen aan de andere kant van de lijn en tegelijkertijd je muntjes als een douche door de automaat horen stromen. Te snel door je geld heen zijn. Einde gesprek. - TV
Vanaf 19.00 uur ’s avonds. Te laat een programma inschakelen. Twee netten. - Naar de kerk
Elke zondag. Altijd die lange preek. Misdienaar. Macht der gewoonte (je opa deed het, je vader deed het, dus jij ook).