In Volkskrant Magazine stond afgelopen zondag een verhaal waarin werd teruggeblikt op de zogenaamde vrije jaren zeventig. Het is het zoveelste epos over wat er allemaal kon in die tijd. Het was vrijheid, blijheid. Bezit bestond niet, of was slecht. ‘Materialisme’ was een scheldwoord. ‘Autoriteit’ eveneens. In de verhalen uit die tijd voeren experimenten met vrije liefde seks en drugs de boventoon. Taboes bestonden niet. Zo ook nu weer niet in de Volkskrant. Hoofdpersoon in kwestie, een dame, moest masturberen tegelijkertijd met haar moeder. Ander hoofdpersoon ging stoeien met haar vader en die liet zijn piemel zien. Voor de grap. Moest kunnen. Toch? Volgende hoofdpersoon, een zoon, leefde in een commune en had in meer dan een paar jaar tijd meer dan vijftig mensen als huisgenoot. Vader en moeder, wisselden regelmatig van sexpartner, waren regelmatig op reis om zichzelf te ontdekken en lieten zoonlief dan moederziel alleen. Er waren happenings, met psychedelische muziek, drugs werden gebruikt, gedanst en psychedelische muziek gedraaid.
Onder een steen geleefd?
Als ik dit lees, vraag ik mijzelf af, heb ik onder een steen geleefd of zo? De jaren zeventig betekende voor mij, geboren in 1959, uitgroeien van puber naar frisgroen volwassenen. Ik woonde in Warmond, in een straat met arbeiderswoningen, met veel kinderen die opgroeiden met elkaar. Ja, we hadden lange jaren. Ja, we droegen love and peace-tekens op onze kleren. Ja, in vergelijking met de huidige jeugd hielden we er veel meer linkse ideeen op na. Maar communes? Experimenten met seks? Drugs? Hippie-ouders? Die kwamen niet in onze straat voor. En bij de vriendjes bij wie ik in het dorp over de vloer kwam evenmin. En bij vrienden later, die terugblikten op hun jeugd, heb ik ook nauwelijks die verhalen gehoord. De mensen die ik kende, leefde het leven zoals ik deed. Dat betekende gewoon elke dag naar school gaan, uitgezwaaid door je moeder. Moeder was overigens fulltime huisvrouw. Vader verdiende de kost. Vakantie betekende een weekje op de Veluwe. ’s Avonds aten we geprakte aardappels met een stukje vlees en groente. Alleen zaterdagavond was er bakje chips tijdens ‘Een van de Acht’.
Gerommel in het fietsenhok
Later toen we uitgingen was er inderdaad drank, waren er meisjes en het nodige gedoe in het fietsenhok of in de bosjes. Maar dat had niets zozeer iets met de vrije jaren zeventig te maken. Dat was gewoon jeugd. Zoals jeugd nu ook nog steeds doet. HMijn moeder had inderdaad de nodige getrouwde mannen om haar heen cirkelen. Maar dat kwam omdat mijn vader vroeg overleed, zij alleenstaand was en bloedmooi. Dat getrouwde mannen vreemd gaan is echter van alle tijden en niet iets van die typisch jaren zeventig dingen. Hippies, dat was iets van TV. Ergens in Amsterdam, ver weg, waar ze sliepen op de Dam of in het Vondelpark.
Kan ik daarom op grond van mijn eigen ervaringen zeggen, dat de vrije jaren zeventig, vol seks, drugs en rock-and-roll, niet bestonden. Nee, denk ik niet. Maar ik denk wel dat het om een kleine minderheid ging. Media leggen zoals altijd het vergrootglas juist op die dingen die tot de verbeelding spreken. Dus, als we achteraf veel verhalen lezen uit die tijd over seks- en drugsexperimenten, betekent dat niet dat dit overal gaande was. In de grote steden misschien wat meer. Maar, zeker in die tijd woonde de mensen, gewoon in een dorp. En daar was het nauwelijks rock-and-roll, maar gewoon ‘Langs het Tuinpad van mijn Vader’.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.