De oer-Lada, gebaseerd op de Fiat 124, is een auto die zelfs de meest ambitieuze tekeningen van basisschoolkunstenaars heeft geïnspireerd met zijn rechte lijnen en hoekige vormen. Deze wagen, geboren uit de vruchtbare samenwerking tussen Fiat en de Sovjet-Unie, is als een vierwieler geworden Picasso van de kleuterschool. In 1966 stak Fiat de handen uit de mouwen en mocht een heuse autofabriek in het moederland van de matroesjka’s bouwen. Hier ontsproot de Lada aan de tekentafels, waar de rechten van de Fiat 124 werden vrijgelaten als vrije geesten in een communistische kunstenaarskolonie.
Rijdende opgestoken middelvinger
Het doel was nobel: een betaalbare auto voor het Russische volk. En zo geschiedde, met de Lada als resultaat. Een auto die tegen weer en wind kon, letterlijk, en als de accu het begaf, kon je de motor nog ouderwets aanslingeren. Een beetje zoals een oude wekker, maar dan met wielen. Op de Nederlandse wegen was de Lada ook een fenomeen en een statement tegelijk. Zijn lage prijs maakte hem toegankelijk voor iedereen, die stiekem toch een rijdende opgestoken vinger wilde hebben tegen al de slimme Westerse techniek. Ook al leek de Lada meer op een blokkendoos met een motor dan een gestroomlijnd stukje Italiaans design.
Wel een zuiperd
In de jaren 80 verdiende de Lada ook de bijnaam de Russische tank. Niet alleen omdat deze wagen de tand des tijds trotseerde en bijna een eeuwigheid leek mee te gaan, maar ook omdat het een reputatie opbouwde als benzineverslinder van epische proporties. Tankstations hadden een haat-liefdeverhouding met de Lada-bestuurders; ze vulden de kassa, maar leegden de benzinetanks alsof het een competitie was. Dus, terwijl de oer-Lada misschien niet de snelste of meest verfijnde auto was, wist hij wel zijn plekje te veroveren in de harten van automobilisten wereldwijd. Een rijdend kunstwerk, getekend door de handen van zowel Italiaanse als Russische meesters, met een vleugje humor in elke hoekige lijn.