‘De fontein was niet te bereiken om acht uur ‘s avonds. Toen ben ik twee uur later, om tien uur dus, weer teruggegaan. Ik zag een man, een kindje dat sliep in een buggy, eruit halen en dat dopen. Het was dus heilig water. Maar het was vooral bruin, schuimerig van het bier. Ik vond het magisch, juist omdat ik ’s avonds ging. Er was vuurwerk er omheen, de lichten van de torens, de Weena. Je klom op de rand van fontein, je maakte een sprongetje en dan kwam je toch in een laag blubber terecht, ongelofelijk. In het water lagen allemaal dingen, glazen of weet ik wat, waar je omheen moest lopen. Ik zag mensen van alle kleuren erin. Het is allang niet meer het feest van de witte man. Het was zo mooi. Zoveel blije Turken en Marokkanen gezien. Ook mannen van tachtig, die in shirts met namen van dertig jaar jaar geleden rondliepen. Bij zo’n succes van Feyenoord is echt de hele stad blij. Het was zo’n mooi feest.’
Dit is een fragment uit zijn ooggetuigenverslag op de podcast van Hard Gras.
Beeld ANP: de man op de foto is niet Wessel Penning