Buurvrouw Fleur: ‘Mijn moeder zo te zien wegkwijnen verdroeg ik niet. Ze deed haar best om er wat van te maken toen mijn vader, met wie ze een leven lang samen was geweest, plotseling overleed. Maar het huis was te groot en in elk hoekje en achter elke deur lagen de herinneringen op de loer. Ze hield zich groot, probeerde mensen uit te nodigen, overwoog om lid te worden van een kaartclub (wat niet eens haar ding was), maar het ging niet. Op een ochtend kwam ik bij haar binnenlopen zonder dat ik dat van tevoren had aangekondigd. Haar ogen waren roodomrand van het huilen. ‘Sorry’, zei ze de hele tijd. ‘Sorry.’ Dat was de wereld op z’n kop, zei ik tegen haar. ‘Waarom zou jij in godsnaam sorry moeten zeggen?’ Ze zei sorry omdat het haar niet lukte. Het lukte haar écht niet, zei ze. En ze vond het vreselijk om te zeggen, maar als ze kon kiezen zou ze pappa achternagaan. Maar ze snapte zelf ook wel dat ze daar niets in te kiezen had.
Die dag nam ik het besluit dat ik mijn moeder in huis wilde nemen.
Dat moest ik wel nog eerst met mijn man en kinderen bespreken, realiseerde ik me. Maar voor mij stond het eigenlijk al vast. Mijn kinderen waren super enthousiast. Oma was altijd al hun favoriet en haar elke dag om zich heen hebben leek ze alleen maar supercool. Mijn man vroeg even bedenktijd, maar kwam er al heel snel op terug. Hij vond niet dat hij me dit kon ontzeggen en mijn moeder had altijd zoveel voor ons gedaan dat het eigenlijk niet meer dan normaal was dat we nu eens iets voor haar terug zouden doen.
Hij wilde alleen wel wat aanpassingen in huis doen zodat er voor mijn moeder een kamer op de begane grond gecreëerd kon worden. Hij dacht aan een studio zodat iedereen zijn privacy kon nemen als dat wenselijk was. Toen we naar mijn moeder gingen om haar ons voorstel voor te leggen, huilde ze weer. Dit keer waren het tranen van geluk. Ze bood aan om haar huis te verkopen en stond erop dat zij onze verbouwing zou bekostigen. Dat voelde goed voor haar. Al met al waren we het snel samen eens en alleen al het vooruitzicht maakte dat mijn moeder zich al wat minder ellendig ging voelen.
Wat ons verbijsterde waren de reacties van mensen om ons heen.
Wie we het ook vertelden – vrienden, bekenden, collega’s of buren -, er was letterlijk niet één enthousiaste reactie bij. Het enige wat we te horen kregen was dat we ons wel heel goed moesten realiseren waar we aan begonnen en of we wel zeker wisten dat we ons gezinsleven dag en nacht met iemand anders wilden delen.
Zelfs nu mijn moeder al meer dan twee jaar bij ons woont – en er nog nooit een onvertogen woord tussen ons is gevallen – blijft onze omgeving volharden in negatief gepraat. We vinden het werkelijk onbestaanbaar dat er blijkbaar zo weinig begrip is voor het feit dat je als kind graag voor je moeder zorgt als dat op een dag nodig of wenselijk is. Dat dit een concept is dat niet past binnen onze cultuur, dat snappen we nog wel. Maar er zo tegen blijven ageren en weigeren te accepteren dat het in ons geval wel degelijk werkt, dat stemt ons soms droevig.’
Wat zou jij doen? Moeder alleen laten wonen of met veel liefde opnemen in jouw huis?
Bron: dit artikel verscheen eerder op Franska.nl in iets andere vorm