Langs de meetlat: waar zijn 46-plussers (nog) wel goed in, waarin niet?
- Niet: een tweede taal taal leren:
Niet voor niets leren kinderen zo snel een tweede taal. Dit gaat het best tot je achtste jaar.
Wel: een hoog salaris verdienen:
De meeste mannen zijn op de toppen van hun inkomen, zo rond de 49 jaar. - Niet: namen onthouden:
Het blijkt dat je na je 22e over je hoogtepunt heen bent.
Wel: je kunnen inleven in anderen:
Dat vermogen is op zijn best rond de 50. - Niet: de marathon rennen:
Zo’n twee jaar voor je dertigste ben je hiervoor op zijn sterkst. Met de kans op de beste tijden.
Wel: een grote woordenschat:
Tussen de 65 en 70 jaar is die op zijn grootst. - Niet: gezichten herkennen:
Twee jaar na je dertigste bereik je hiervoor de ultieme topvorm.
Wel: tevreden zijn over het lichaam:
Na je 70e, zo wijzen onderzoeken, ben je het meest tevreden over je lichaam.\ - Niet: spieren aankweken.
Die ontwikkelen zich het krachtigst tot ongeveer 25 jaar.
Wel/niet: een grote stap maken in je leven:
Dus rond de 29, 39, 49, 59, 69, 79. Zodra een rond getal nadert, nemen mensen opeens die stap, waar ze vaak daarvoor tegenaan hebben gehikt.
- Niet: de Nobel-prijs winnen:
Die kans is het grootst rond de 40 jaar.
Wel: positief denken:
Die vaardigheid bereikt rond de 82 jaar de hoogste perfectie. - Niet: schaken:
Zo rond 31 jaar schijn je op zijn best te zijn voor dit soort intellectuele paardensprongen.
Wel: omgaan met cijfers:
Een vreemde taal leren doe je als je jong bent. Rond de 50 ben je het best met cijfers en getallen. - Niet: trouwen:
Voor je het weet ben je alweer uit elkaar. Trouwen, met het vooruitzicht van een lange en gelukkig relatie kun je het beste tussen je 25e en 32e levensjaar.
Wel: tevreden zijn:
Rond de 69 jaar kijk je het meest tevreden terug op je leven.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.