Hoe geinig ook om het bovenstaande te doen: deze methode is niet meer van deze tijd. Hiermee verstook je veel hout en de houtkachel geeft vieze rook via de schoorsteen. Beter is de nieuwe methode voor het aansteken van de kachel, het zogenaamde omgekeerde stoken. Je kachel en het rookkanaal komen relaxed op temperatuur, je fikt niet te veel hout erdoorheen en de overlast voor de buren door de vieze houtrook beperk je tot een minimum.
Beter is de zogenoemde Zwitserse methode, jazeker, de Zwitsers weten als geen ander hoe je fikkie moet stoken. De essentie is dat je hout mooi stapelt zodat er veel zuurstof doorheen kan. In feite brandt het vuur een weg naar beneden.
De stappen om een houtkachel volgens de Zwitserse methode aan te steken:
- Open luchtkleppen en afvoer. Is logisch natuurlijk, maar je zult de mensen te eten moeten geven die het vergeten.
- De grotere houtblokken komen onder te liggen, leg daarop de kleinere blokken. Afhankelijk van de ruimte in de kachel kunnen de verschillende lagen het beste haaks op elkaar liggen.
- Leg op de stapel hout een extra laag met aanmaakhoutjes. Zorg dat tussen het aanmaakhout voldoende ruimte is. Leg vervolgens hier haaks nog een laag aanmaakhout op, wederom met voldoende ruimte tussen het hout.
- Leg onder de bovenste laag aanmaakhout, in de ruimte tussen het aanmaakhout, een of twee aanmaakblokjes. Doe dit voorzichtig zonder de stapel hout om te stoten. Steek vervolgens met een lange kaarsenaansteker de aanmaakblokjes aan.
- Bij de meeste kachels is het verstandig om de eerste 5 minuten de deur nog even open te houden voor extra zuurstoftoevoer.
- Laat de kachel rustig branden met de luchttoevoer volledig open. Op een gegeven moment zal er alleen nog maar as zijn. Wanneer er ook geen vlammen meer uit het as te zien zijn, is het tijd om de kachel bij te vullen.
- Zet de luchttoevoer en de eventueel klep in de afvoer in de meest gunstige stand. Open vervolgens de deur en vul de kachel bij met nieuw hout.
Foto: Getty
