‘Jij legt altijd je was op de grond.’ ‘Jij reageert altijd meteen zo fel!’ ‘Jij holt altijd naar je ex.’ Als je het woord ‘altijd’ gebruikt in een aanvallende zin, is de kans dat je tot een compromis komt vrij klein. Je kunt dan maar beter voor de servieskast gaan staan, want binnen vijf minuten smijten jullie de borden door de kamer.
De ander zal altijd wel een moment kunnen noemen waarop hij niet de was op de grond had gelegd/fel reageerde/naar zijn ex holde en dan sta jij weer drie nul achter.
Beter zeg je: ‘Soms kun je fel reageren,’ of nog beter: ‘Op mij komt je reactie best fel over,’ ‘Vandaag vond ik het echt niet zo fijn dat je was op de grond lag’ etc. Dan geef je de ander ruimte om het toe te geven, de rug recht te houden en toch ook sorry te zeggen. Als jij met je ‘altijd’ aankomt, schiet de ander sowieso in de verdediging.
Dus onthoud: heb je ruzie, het woord ‘altijd’ is nooit een goed idee.
Dit artikel verscheen eerder op Amayzine.com