Heb jij dat ook? Met lede ogen zien we de communicatievaardigheden van jongere collega’s afnemen. Met name door WhatsApp. Een gewoon belletje plegen? Of een gesprekje aanknopen? Jongere collega’s zien er als een berg tegenop. Ze sturen liever een WhatsAppje. Dit is waarom dit volop reden geeft tot zorg.
Bel-angst
Een van de meest opvallende gevolgen van het intensieve WhatsApp-gebruik onder jongeren is de ontwikkeling van bel-angst. Jongeren vinden het steeds makkelijker om een appje te sturen in plaats van iemand op te bellen. Jongere collega’s lijken wel minder vaardig te zijn in het voeren van telefoongesprekken. Wij vijftigjarigen en ouder zien met lede ogen aan, hoe moeilijk ze het vinden gewoon even de telefoon te pakken en een gesprekje te voeren met klant of andere collega. Terwijl juist zo’n gesprekje een uitkomst kan zijn in veel situaties.
Het verdwijnen van de kletspraatjes
Waar vroeger een spontaan kletspraatje een vast onderdeel van het dagelijks leven was, kiezen jongeren nu steeds vaker voor de makkelijke weg van WhatsApp. Jongere collega’s missen simpelweg de vaardigheden om met iemand een kletspraatje aan te knopen. Een kletspraatje biedt meer dan alleen de uitwisseling van woorden; het creëert een moment van ontspanning en verbinding. Non-verbale communicatie speelt hierin een cruciale rol. Een glimlach, oogcontact of een knikje zegt vaak meer dan duizend woorden en versterkt de band tussen gesprekspartners. Eerst even ontspannen, gewoon wat om de hete brei heen draaien, voordat we de serieuze zaken oppakken.
Kunstmatige intelligentie
Dan hebben we het nog niet eens gehad over de komst van kunstmatige intelligentie. Nog meer ‘bots’ op de computer die met jou het gesprek aanknopen? Met nog minder kans op vertrouwd intermenselijke contact. Wij mensen zijn sociale wezens. Niet om mét of via een of andere computer te communiceren. Maar gewoon met ‘echte’ mensen.
Beeld: Freepik/cookie_studio