Otto zou de stoute schoenen aantrekken en de reis van zijn leven maken. Maar niet meteen na zijn pensioen. Otto: ‘Ik wilde eerst een tussenjaar, haha. Dat doen veel studenten tegenwoordig ook. Even op adem komen. Ik ben voor een kennis kriskras door Europa gereden met een busje om allerlei spullen op te halen en af te leveren. Kreeg ik gewoon voor betaald, hoor. Ik nam mijn e-stepje mee en reed ’s avonds door de stad op weg naar leuke eettentjes en cafeetjes. Het was mijn manier om mijn hoofd even leeg te maken.’
Maar toch begon de voetreis weet te ‘zeuren’ in zijn hoofd.
Ik wilde een statement maken, vooral voor mezelf. Boekhouden is leuk, maar ik liet niks indrukwekkends na op deze aardbol.
Een voetreis van meer dan 1.700 kilometer ondernemen is geen kleinigheid, vooral niet op een leeftijd waarop de meeste mensen denken aan rustiger aan doen. Het was voor mij echt een uitdaging op alle vlakken, ‘zegt Otto met een serieuze ondertoon.
De fysieke uitdagingen van zo’n tocht zijn uiteraard aanzienlijk. Lange afstanden afleggen vereist een goede conditie, iets waar Otto hard voor moest werken. Hij begon maanden voor vertrek met dagelijkse wandelingen, die geleidelijk langer en uitdagender werden. Blaren, spierpijn, en vermoeidheid werden zijn constante metgezellen, maar hij leerde luisteren naar zijn lichaam en de nodige rust en herstel in te bouwen. Otto: ‘Misschien nog uitdagender dan de fysieke inspanning, waren de psychologische horden. De eenzaamheid van lange dagen op het pad, de twijfels of ik de tocht wel zou volhouden, en het missen van thuis waren momenten die mij zwaar op de proef stelden. Ik ben geen lone wolf, hou van gezelschap, en dus voelde dit soms als een hellegang, dat moet ik wel toegeven.’
Ondanks de moeilijkheden, of misschien wel dankzij, werd de reis een onvergetelijke ervaring. Onderweg ontmoette hij medereizigers van over de hele wereld, elk met hun eigen verhalen en redenen voor hun reis. ‘Dat hield me letterlijk op de been, de mensen die ook liepen of fietsten. Dat en de adembenemende schoonheid van de Europese landschappen, van de glooiende heuvels van de Champagne tot de ruige bergen van de Alpen en de serene schoonheid van Toscane. God, wat is de wereld mooi als je er tijd en oog voor hebt!’
Toen Otto uiteindelijk de eeuwige stad Rome binnenliep, was het met een gevoel van ongeloof en overwinning. ‘Ik voelde me nog net geen keizer! (lacht hard), maar toch zeker een koning. Ik vergat spontaan alle pijntjes en de lange jaren van verlangen om dit te doen. Want als je werkt, denk je vaak: ik wil dit wel, maar ga ik het ook echt doen? Ik heb dikke tranen gejankt toen ik eenmaal bij het Colosseum stond. Tot de dag van vandaag kan ik met veel plezier en trots aan dit avontuur terugdenken. Het was voor mij niet alleen een fysieke reis, maar ook een reis van zelfontdekking en het verleggen van grenzen.’
Foto: Getty