‘We zijn er bijna’ is weer begonnen. ‘Presentatrice Martine van Os reist mee met een groep kampeerders, dik boven de zestig en doet verslag van hun belevenissen,’ zo omschrijft omroep Max zelf hun succesvolle programma. Belevenissen? Dat klinkt als woeste tochten door ondoordringbare jungles, dodemansritten door het Andesgebergte en ontmoetingen met inheemse stammen, die nog nooit mensen met een blanke huid hebben gezien. In de praktijk gaat het echter om het afkoppelen van de caravan, het afknippen van de teennagels door vrouwlief, de aankoop van een strooien hoedje op een lokaal marktje en een reisje over een kalm stromende Rijn. Nee, groots en meeslepend wordt het nooit. Maar wat opvalt. Bij ‘We zijn er bijna’, heerst geen ruzie of onbegrip tussen de stellen. Natuurlijk kan er volop geknipt worden in de beelden, maar ik herken me steeds meer in deze wereld.
Overvolle bussen
Naarmate ik ouder word, wordt de drang om de wereld te verkennen kleiner. Vroeger reisde ik samen met mijn vrouw, met de rugzak de hele wereld over. Het budget bedroeg tien euro per dag. We verplaatsen ons soms dagen en nachten aaneen in overvolle autobussen, sliepen in aftandse hotels en aten in zeer smerige restaurantjes. Dat klinkt nu romantisch, we kwamen inderdaad op de mooiste plekken en ontmoetten vreselijk interessante mensen. Maar we waren vaak moe, verdwaalden en werden ziek. Het was vaak fysiek zwaar. En op die momenten ontstond ruzie. Soms hielden we het klein houden, maar regelmatig sloeg de vlam in de pan. Ja, woest waren we dan op elkaar.
Minder is meer
Op dergelijke emotionele uitspattingen hoef je de deelnemers van ‘We zijn er bijna’, niet op te betrappen. Ze maken nauwelijks wat mee, maar hebben ook nauwelijks reden om reden te maken. Gewoon alles op het gemak. Op tijd je natje en je droogje, een prima bed, best leuke om je heen. Heel voorspelbaar, maar ach. Dat is wat ik heb geleerd: minder beleven betekent geen mindere vakantie. Integendeel.
Ja, en deze dingen spelen ook een rol:
- Zij pakt de auto in.
Ik ben alleen verantwoordelijk voor mijn eigen kloffie. Zij doet de rest. Zo’n lange relatie zorgt ervoor dat onze taken stevig verankerd zijn. Daar ontstaat dus geen verwarring meer over, laat staan enige irritatie. - Ik mag een blik werpen op mooie vrouwen.
Komt er een mooie vrouw langs, dan raak ik altijd even een beetje in de war. Ik moet even kijken. Zo zit het mannenbrein nu eenmaal in elkaar. Mijn vrouw weet dat. Ze weet ook dat ze dan niet met een concurrente van doen heeft. Onze relatie bestaat uit veel meer dan alleen maar uiterlijk. - Er is altijd een restaurant te vinden als we honger hebben.
Dodelijk toch voor elke relatie? Honger hebben en nergens een restaurant te bekennen. Dankzij Google Maps schuiven we tegenwoordig aan tafel precies op het juiste moment in een eetgelegenheid naar wens. - Nooit meer ruzie door verkeerd kaart lezen.
Wederom: leve Google Maps. - We zetten geen tent meer op.
Hoeven daar dus ook geen ruzie meer om te maken. Of de glampingtent staat al klaar of we pakken een hotelkamer op minimaal driesterren-niveau. We kunnen ons nu de luxe veroorloven, dus waarom zouden we het niet doen?
Beeld: Image by Freepik