Hij is vader en/of echtgenoot en is minimaal 2 x per jaar de lul. Mee op vakantie. Zoekt voor vertrek naar de bestemming dagenlang naar de weersite die het slechtste weer voorspelt. Als het uitkomt is hij de hele vakantie de gelukkigste man ter wereld: “Ik zei het toch!?”
De Vakantiehater kan soms ineens voor zich uit mompelen: “Over 5 dagen, 8 uur, 45 minuten en 31 seconden gaan we weer naar huis.”
Aartskankeraar: zo’n beetje alles op vakantie deugt niet. De Vakantiehater zoekt bij bijvoorbeeld naar gezinsvakanties op bestemmingen die veel op thuis lijken. Dan kan hij lekker vergelijken: “Onze douche is beter”, “de lakens hier blijven aan je teennagels haken”; “de kussens zijn ruk”, “het regent hier nog meer dan thuis”, “de zee is te koud”. Eigenlijk wil de Vakantiekankeraar alles precies zo als thuis, en dat kan niet. Dus heeft hij goede redenen om volgend jaar thuis te blijven.
Een half miljoen Nederlanders blijft liever huis
CIJFERS: ongeveer een half miljoen Nederlanders blijft het liefst thuis, meer dan de helft daarvan is man. Hoe ouder de man, hij liever hij thuisblijft. Hoe ouder de vrouw, hoe ondernemender.
(even eerlijk: wie wordt er niet moe op vakantie van al die dagprogrammaatjes die je levendige 48-plus eega je voorschotelt?).
Op één vrouw na. Die stond een dikke week geleden in de zaterdag-Volkskrant. Schrijver Mensje van Keulen (77) op de boot naar Texel voor een weekje weg.. Ze stond al aan boord, maar ze kreunde en kniesde aan een stuk door over ‘het concept vakantie’. Ze zag op tegen de reis. “Ik houd niet van vakantie, ik vind het maar een lastig concept. Ik zie vooral het ongemak(…). Koffers die niet aankomen, uren moeten wachten op een vlucht, of dat die helemaal geschrapt wordt en je dan met allemaal vreemden in een bus naar een of ander achenebbisj hotel moet.” De boot naar Texel doet er een kwartiertje over. Maar Mensje van Keulen zei ook nog: “(…) die eeuwige file als je met de auto gaat, vroeger had je van die hurkwc’s langs de weg, waar je altijd uitgleed over de pies van een ander. Nu heb je van die 50-cent-poortjes, maar als je zo’n muntje niet bij je hebt, moet je dat ook weer gaan zoeken.” En zo galoppeert Mensje maar door: doorgekookte groenten in restaurants, de hotelkamerramen gaan nooit open, die vreselijke markten, ziek worden en de dokter verstaat je niet.
Het is dat Mensje van Keulen van die geweldige dagboeken schrijft. Maar doe dat dan lekker thuis.