Mijn naam is Hans van der Laan, 82 jaar oud en ik sta op het punt opgeofferd te worden voor een jonger iemand. Tenminste als het Corona-virus meedogenloos en sluipmoordend verder gaat, ik ziek word en niet op IC aan de beademing kan worden gelegd. Dan liever iemand van veertig jaar. Die is economisch van groter belang. Zucht, het zal wel. Was ik jong geweest dan had ik waarschijnlijk hetzelfde geredeneerd. Maar vandaag voel ik me nogal sombertjes. Ben ik dan echt een wegwerpproduct? Sorry ouwetje, je bent alleen nog maar verpakking, als inhoud ben je waardeloos voor ons, wij moeten verder.
Hamsteren
Die hamsterwoede? Heb ik dat al eerder meegemaakt? Hamsterden we ook al tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig? Nu ik mijn oude hersens afgraas, herinner ik mij dat we een paar blikken extra op zolder hebben gezet. Gewoon voor de zekerheid. Overigens heb ik die blikken tien jaar later maar weg gesodemieterd. Ik opende er ééntje, negen jaar na de houdbaarheidsdatum, maar de inhoud leek meer op een school garnalen dan op de oorspronkelijke kapucijners. Ja, tijdens de oorlog hamsterden we ook. We hadden heel veel suikerbieten in de kelder liggen. Daarvan bakte mijn moeder pannenkoeken. Op de kachel. Niet te eten vond ik, maar ik moest wel. Honger maakt rauwe bonen zoet. Moet wel lachen om die run nu op het toiletpapier. Alsof we daar destijds aan dachten. Oke, je billen sloegen soms rood uit, maar oude kranten deden hun werk prima. Drukinkt! Haha Hans, nu niet lollig worden in deze barre tijden.
XTC’ietje
Er zit ook een mooie kant aan deze hele crisis. Want die jongeren die schijnen een verstopte neus te krijgen, maar meer ongemak levert dat Corona-virus ze niet op. In tegenstelling dus van wij ouderen. Voor al die jongeren hoef je eigenlijk niet de totale samenleving op slot te draaien. Die slikken een XTC’ietje en stuiteren, snotterend en tongzoenend en al gewoon de hele nacht door op een festival. Grotere kans dat zij door comazuipen in het ziekenhuis belanden dan door dat virus. Maar toch moeten zij, en iedereen, zich nu thuis maar op de bank zien te vermaken. Dat is om ervoor te zorgen dat er niet teveel oudjes zoals ik tegelijkertijd door hun hoeven zakken. Waardoor we ziekenhuizen gaan verstoppen. Dus eigenlijk is iedereen in Nederland nu solidair met ons oudjes. Ik verveel me stierlijk. Niemand mag me nog bezoeken. Desalniettemin vind ik die solidariteit een mooie gedachte. In tijden van nood leer je je vrinden kennen, nietwaar.