‘Schat, nu je zwanger bent, moeten we ook maar ff gaan trouwen. Laten we dat maar zo snel mogelijk doen. Over een maandje of zo. Maandagochtend maar doen op het gemeentehuis? dan is het voor niets. En dan gaan we daarna nog een leuk feessie bouwen in Café Nol. Ouders daarbij en een paar vrienden. Beetje lol maken en dan weer huis.’
Kleinburgerijk
Pin me niet vast op de juiste woorden, maar zo moet het ongeveer wel zo gegaan zijn. Trouwen stond in onze tijd toch gelijk aan kleinburgerlijk. Wij deden het om destijds de vele poespas te ontlopen om jezelf te laten registreren als samenwonende ouders. Uiteindelijk kostte de ‘gelukkigste dag van ons leven’ een paar duizend gulden. Waarvan mijn schoonouders destijds zo ongeveer de helft betaalden.
Vijftienduizend euro
Dit weekend las ik in de Volkskrant een artikel van een journalist die in het huwelijk ging treden met zijn aanstaande bruid. Een gemiddelde bruiloft kost tegenwoordig rond de vijftienduizend gulden. Maar wil je een beetje boven de middelmaat uitsteken dan ga je voor an Italian wedding en stijgt de uitgaventhermometer al snel door naar een onverkwikkelijke vijftigduizend euro.
Trouwen duur
Dit is wat het dagblad Tubantia destijds berekende na rondgang op een trouwbeurs: Feestlocatie (inclusief eten, drinken, 25 daggasten en 100 avondgasten): 5000 – 7500 euro. Kleding compleet (jurk, kostuum, schoenen, lingerie voor bruid en bruidegom): 1750 – 3500 euro. Fotograaf (inclusief fotoalbum): 1250 – 1500 euro. Gemeentelijke kosten (o.a. trouwambtenaar en trouwboekje en getuigen) 300 euro. Trouwlocatie: 250 euro. Ringen: 1200 – 1500 euro. Nagels bruid: 40 – 60 euro. Haar en make-up: 240 euro. Muziek (dj): 450 – 600 euro. Vervoer (auto, champagne en rode loper): 350 – 400 euro. Bruidstaart: 50 – 75 euro. Bruidsboeket en corsages: 150 en 300 euro. Uitnodigingen: 225 euro. Totaal (gemiddelde kosten): 13.602,50 euro.
Say Yes to the Dress
Als ik zie hoe mijn dochters, nu nog zonder vaste partners, al urenlang naar programma’s als Say Yes to the Dress kijken, vrees ik het ergste voor de nabije toekomst. Eens komt de dag dat ze gaan vragen: ‘Pap, zou jij ook willen meebetalen aan onze bruiloft?’ Daarom dek ik me nu alvast in. Als volgt:
- Zoals reeds gezegd: niet vaak genoeg benadrukken hoe goedkoop trouwen vroeger was.
- Het standpunt regelmatig huldigen: hoe duurder de bruiloft, hoe groter de kans op mislukking later. Onder ons gezegd en gezwegen: dit standpunt is nooit onderzocht, maar meer de spreekwoordelijke ondervinding. Onze bruiloft kostte een paar duizend gulden, we zijn nu al bijna veertig jaar bij elkaar.
- Wijzen op de trend dat (schoon)ouders tegenwoordig niet meer automatisch bijdragen aan zo’n feest. Vroeger trouwden we van huis uit. Tegenwoordig gaan de kids eerst een paar jaar samenwonen en hebben beiden een baan. Ze hebben zo aardig al hun schaapjes op het droge.
- Lang je kaarten op de borst houden. In de jaren vooraf zo veel mogelijk wijzen op voorgaande punten en als de dag der dagen in zicht is, tòch het nodige bedragen (en in mijn geval is dat heus meer dan nagels voor de bruid: 60 euro, belachelijk duur overigens). Wedden dat ze dat dan als een ongelofelijke meevaller beschouwen, enorm blij zijn en je spontaan om de hals vliegen. Heb je er als ouder ook nog wat aan. Het is al erg genoeg dat je je dochter straks officieel moet weggeven.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.