Toon zakt neer in de stoel van de spreekkamer en kijkt een tikje hulpeloos rond totdat zijn ogen die van de hoogblonde dokter Natasja vangen.
‘Het valt allemaal niet mee. Eerst die operatie van die darm en nu die stoma. Dit is toch geen leven?, klaagt hij voluit.
Natasja kijkt hem bestraffend toe en legt haar hand op zijn hand. ‘Toon, je hebt kanker overwonnen en nu heb je gewoon twee zakjes in plaats van een. Maar je leeft nog wel,’ en lacht overtuigend.
Toon buigt nederig het hoofd. ‘Ja, oké, dat is wel zo, maar dat gedoe met die zakjes valt me echt vies tegen. En vies is het sowieso.’ Hij lacht om zijn eigen onbedoelde grap. Natasja: ‘Joh, we zijn toch wel iets gewend in dit leven. Je bent inmiddels 61, jij bent de schaamte toch voorbij, hoop ik!? Kan jou het schelen dat je nu in een zakje poept? Mijn hond doet het elke dag! Althans dat zou-ie moeten doen, ik ruim het op. Ik kan je zeggen: dat is pas smerig, bij jou gaat het allemaal vanzelf.’
Toon glimlacht en roept dat hij met die vergelijking wel beter kan leven. ‘Maar die stomazakjes die ik nu heb wil ik niet meer. Er is een alternatief systeem toch?’ Natasja kinkt en roept: ‘Ja, die gaan we gewoon wisselen en kijken of die beter passen bij jou. Kan je weer lekker je eten rustig laten zakken.’
Toon: ‘Niet die hondenzakjes van jou, he?’ Natasja: ‘Nee Toon, die ga ik wel gebruiken als jij het helemaal laat lopen, maar zover zijn we gelukkig nog niet. En nu wegwezen voordat ik je ga uitlaten.’ Beiden gieren het uit.
Foto: Shutterstock