We kennen de Nationale Vogelteldag. Daarin wordt mensen gevraagd het aantal soorten vogels te tellen dat in hun tuin tjilpt, nestelt of zich tegoed doen aan een wormpje. Stel dat we de Nationale Strandgastendag zouden organiseren. En je moet aankruisen welke soorten binnen jouw gezichtsveld zich ophouden. Deze exotische soorten kwamen wij in elk geval tegen.
0-10 jaar
Ik-zet-het-voortdurend-op-het krijsen-baby
Straft vader, moeder, en iedereen af die in de omgeving ligt met een onophoudelijk huilen. Want dit kind vindt het belachelijk dat het hier in die drukte, met al die vreemde geluiden, geuren en hitte moet liggen in het plaats van in het vertrouwde kinderbedje: ‘Ik zal ze leren.’
Strontverwende-kleuter
Doet wat’ie wil. Houdt met niemand rekening. Schept ladingen zand over jouw handdoek terwijl deze een kuil graaft. Rent over jou heen terwijl je ligt de zonnen. Ouders grijpen nooit in. Het kind heeft ladingen speeltjes bij zich, waar in India een heel weeshuis blij mee zou zijn. Toch weet het zich regelmatig te vervelen. Vader en moeder verzinnen alles om hem of haar bezig te houden. Wat maar eventjes lukt. Dan zeurt het kind om ijs. Dat het eerst niet krijgt. Maar na een immense brulpartij toch weer wel. Vervolgens wordt het wezentje weer boos, als papa of mama met een raketje terugkomt. Het had toch om een Magnum gevraagd.
10 tot 20 jaar
Giechel-giechel-pubermeisjes
Liggen meestal in groepjes naast elkaar en praten over alle geheimen die de mysterieuze wereld te bieden heeft en waarvan zij het gevoel hebben dat ze op het punt staan die te ontdekken. Waarschijnlijk via dat stel jongens dat naast hen ligt. Zie volgende categorie.
We-slaan-elkaar-in-elkaar-puber-jongens
Liggen vlakbij de giechelende pubermeisjes en gaan heel stoer met elkaar vechten, hard praten en boeren om hun aandacht te trekken.
Op-elkaar-liggend-stelletje
Heeft de voorgaande twee fases al doorgemaakt. Jongen en meisje gaan voor het eerst een dagje met elkaar naar het strand. Kunnen niet van elkaar afblijven, wonen nog allebei thuis. Dus dan, tja, dan vertoon je het paargedrag maar in het openbaar.
20 tot 30 jaar
Ik-ben-weergaloos-patser
Heeft de hele winter in de sportschool gestaan en ziet vandaag het strand als zijn kroon op het werk. Paradeert de hele dag heen en weer en gluurt vanuit zijn ooghoeken of hij wel voldoende aandacht trekt.
Ik-ben-weergaloos-chick
Heeft zich vanaf Kerstmis geheel uitgehongerd met een meedogenloos bikini-dieet. Ziet er nu dan ook fantastisch uit. Vertoont overigens hetzelfde gedrag als de ‘ik-ben-weergaloos patser’, hoopt ook dat ze wordt bewonderd. Maar weet tegelijkertijd een ‘hard-to-get’-houding aan te nemen. Omdat ze weet dat dit haar nog onweerstaanbaarder maakt.
Ik-zuip-slik-en-blow-me-laveloos-typetje
Wat dit normaal doet thuis, kroeg of in de club, wordt nu op het strand gedaan. Want het strand betekent fun. En fun staat gelijk aan je eindeloos vol stoppen met zinbegoochelende vloeistoffen en chemische stofjes, die het waardeloze baantje, het minderwaardigheidscomplex of een jeugd vol klappen en andere tegenslag doen vergeten.
30 tot 40 jaar
Kijk-hoe-succesvol-wij-zijn-stel
Tweeverdieners, bulken van het geld. Hun carrière is enorm op stoom en daar willen ze naar leven. Nog belangrijker, dat willen ze uitstralen. Ze liggen de hele dag voor hun favoriete strandtent op hun strandbedjes, hippe koffietjes gaan over in flesjes wit, vega quinoa-bowls en bio pre-sunset dinersalades. Waarom moeten wij elke keer horen hoe populair ze zijn? Met hun luidruchtige begroetingen van hun vele kennissen hier op het strand. Kunnen ze trouwens niet een keer wat andere onderwerpen aansnijden, dan hun grote huis, hun toekomstige vakanties en prachtige carrières? Verder prima mensen overigens.
Waar-ben-ik-ooit-aan-begonnen-vader-en-moeder
Zie ook ‘Ik-zet-het-voortdurend-op-een-krijsen-baby’ en de ‘strontverwende-kleuter’. Dit zijn ouders die er voor hebben gekozen snel twee of meer kinderen achter elkaar te nemen. ze zijn te herkennen aan de enorme wallen onder hun ogen. Ja, vroeger waren kinderen hun grote droom. Nu zijn ze er en het blijkt de hel. Hun kinderen zijn ongeleide projectielen. Ze luisteren niet. Vechten, vernielen en vervelen zich. Jengelen, dreinen, rennen weg. Zo zuigen ze elk restje energie uit de ouderlichamen. Vader en moeder hebben geen puf meer voor elkaar of om voor andere dingen van het leven te genieten. Ze overleven in de hoop dat het straks beter wordt. Niet beseffend dat dan alweer de pubertijd volgt.