Moeilijke vraag
Een juf vraagt aan groep 3: ‘Noem voor mij eens alle seizoenen van het jaar.’ Pietje steekt zijn vinger op. ‘Herfst, winter.’ Daarna valt hij stil. ‘Waar blijven de lente en de zomer, Pietje?’ informeert de juf. ‘Ja, dat vraag ik mij dus ook constant af.’
Grote handen
Een man ziet in het bos een kabouter op een paddenstoel zitten. Ze raken aan de praat en het klikte. De kabouter vindt het zo leuk, dat hij eindelijk door een mens serieus wordt bevonden, dat de man een wens mag doen. Na lang nadenken zegt hij: ‘Kun je mijn rechterhand drie keer zo groot maken?’
De kabouter zegt: ‘Ja hoor, maarruh, mag ik ook weten waarom?’ De man legt uit dat hij ober is en dat hij normaal gesproken veel moeite heeft om de zware dienbladen te tillen.
De man krijgt zijn grote hand.
Thuisgekomen vertelt hij het verhaal aan een vriend, die heimelijk verliefd op hem is. De vriend krijgt een idee en gaat ook naar de kabouter. Doet aardig tegen hem en ja hoor, ook hij mag een wens doen. De man zegt: ‘Ik zou wel een geslachtsdeel van een meter willen, lukt dat? De kabouter knikt en vraagt hem waarom: Zegt de man: ‘Ik heb een vriend met een ontzettend grote hand.’
Valt allemaal best mee in de Bijbel
De Bijbel noemt 40 dagen en 40 nachten lang regen een ramp. In Nederland noemen we dat zomer.
Maar een keertje niet fietsen
Ik, Hans van Es, ga vaste prik elke zondagochtend fietsen. Zo ook in de herfst. Deze ochtend was het koud buiten, met heel veel regen. ‘Weet je wat, ik ga een keer niet, ik kruip weer heerlijk tegen mijn vrouw aan. Zo gezegd, zo gedaan. Ik rol mijzelf tegen haar aan en zeg: ‘Wat een waardeloos weer buiten.’ Waarop mijn vrouw antwoordt: ‘Begrijp jij nou dat Hans met dit weer gaat fietsen?’
Raadsel
Het is oranje en zodra het miezert is het weg. Rara, wat is het? De mannen van gemeentewerken.
