Pieter Omtzigt is de economiedocent, waarvan je weet dat je een hoop van hem leert, maar waar je nooit graag naartoe gaat. Alles wat hij zegt, klopt tijdens de les, maar wat gaat de tijd traag. Monotoon lepelt hij de kennis op, tovert ingewikkelde modellen op het bord, vertelt over dingen waar je geen hout van snapt, maar waarvan hij je constant het idee meegeeft, dat het erg belangrijk is. Het is altijd muisstil in de klas. Waarom? Dat weet niemand. Maar je weet gewoon dat je bij hem geen zooitje moet maken. Als de bel gaat pak je je spullen, groet hem en verlaat de klas. Om vervolgens niet meer aan hem te denken.
De schoolreünie
Twintig jaar later, de schoolreünie. Pieter Omtzigt drinkt zijn biertje. Hij kijkt naar zijn oud collega. Mark Rutte. Jonge moeders omhelzen hem, mannen slaan hem amicaal op schouders. Hij is het stralend middelpunt vandaag. Hij kent nog iedereen. Vertelt anekdotes van jaren geleden alsof het gisteren was. Maakt grappen, die altijd aanslaan. Nee, lesgeven kon hij echt niet. Het was altijd een puinhoop in zijn klas. Zal iemand ooit iets van hem hebben opgestoken? Waarschijnlijk ook niet. Diep in zijn hart is Pieter een beetje jaloers op Mark. Nooit bereidde hij zijn lessen voor. Dat het een puinhoop in de les was, kon hem simpelweg niet deren. ‘Als iedereen maar het gevoel overhoudt, dat het bij mij gezellig is, dan vind ik het goed,’ zei Mark. Pieter zelf heeft zijn vak juist heel serieus gevonden. Werkte keihard, bereidde zijn lessen nauwgezet voor. Zat uren op zijn zolderkamertje ’s avond proefwerken na te kijken. Maar uiteindelijk voelde hij ook wel, dat mensen hem na zijn lessen ontweken, dat ze hem maar saai vonden. Stank voor dank, denkt Pieter. Hij neemt een slok van zijn bier, pakt zijn autosleutels en loopt de school uit. Niemand die het merkt.