De directeur vraagt of zijn secretaresse een verhoging wil van haar salaris. Hij stelt voor 500 euro op de grond te gooien. Als zij dit dan eerder heeft opgeraapt, dan haar baas haar kan penetreren, dan krijgt zij dat bedrag er maandelijks bij.
De secretaresse overlegt het maar haar vriend. Die weet zeker dat haar baas geen kans maakt zoiets te doen. Dus hij vindt het wel gemakkelijk verdiend geld. Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag gaat hij zijn vriendin op halen. Die treft hij al waggelend, half ontkleed buiten het kantoor. Hij vraagt haar wat er is gebeurd. Zij vertelt: ‘Mijn baas gooide inderdaad 500 euro op de grond.’ En, die heb je toch snel opgeraapt,’ zo reageert haar vriend.
‘Denk je dat ik dit zo kan, als het allemaal muntjes van 50 eurocent zijn?’