De ouders van Sarina (22) zijn bijna vijf jaar gescheiden. Maar als het aan haar lag, had dat veel eerder gemogen.
Een liefdeloos gezin
‘Vroeger stond ik al vaak versteld als ik bij vriendjes of vriendinnetjes thuis speelde. Het ging daar vaak zó anders aan toe dan bij mij thuis. Mijn ouders gaven elkaar nooit spontaan een zoen. Als ik nu denk aan vroeger, kan ik me niet herinneren dat ik ze ooit samen lol heb zien hebben. De slappe lach ofzo, of dat ze samen een keer uit eten gingen.
Lang dacht ik dat dat was zoals het hoorde, maar inmiddels weet ik natuurlijk wel beter. Het was een liefdeloos gezin waarin ik opgroeide.
Boos
En dat is altijd zo gebleven. Toen ik naar de middelbare school ging, werd ik een verschrikkelijke puber voor m’n ouders. Ik was boos. Boos op hen en boos op de wereld. Zij weten het toen aan het feit dat ik gewoon aan het puberen was en dat ik dat toevallig erg extreem deed. Later, toen mijn ouders uit elkaar waren, heb ik het er nog eens met m’n moeder over gehad. Dat we allebei denken dat het een reactie was op de thuissituatie.
In de maling genomen
Want die was toen al behoorlijk verslechterd. Niet dat ik daar veel van meekreeg hoor, ze probeerden zo goed mogelijk toneel te spelen als ik binnenkwam. Maar we woonden in Amsterdam op zo’n tachtig vierkante meter en de muren zijn dun.
Ik hoorde álles, en door te doen alsof er niks aan de hand was het moment dat ik binnenliep werd ik zo kwaad.
Ik voelde me in de maling genomen.
Niks was goed genoeg
Mijn ouders maakten namelijk alleen maar ruzie. En dat was voornamelijk vanuit mijn vaders kant. Niks wat mijn moeder deed was goed genoeg. Ik ben enig kind en toen ik was geboren heeft mijn moeder twee jaar lang voor mij gezorgd. Dat is in goed overleg met mijn vader gegaan: hij had de betere baan, kinderopvang is ook hartstikke duur en dus bleef mijn moeder voorlopig thuis. Dat voorlopig werd uiteindelijk twee jaar. Erna pakte ze haar werk op als tandartsassistente.
Belachelijk
Een baantje van niks, vond mijn vader die zelf commercieel directeur was bij een groot bedrijf. En daar kon je het onmogelijk druk hebben. ‘Iedereen kan wat jij doet’, zei hij dan tegen mijn moeder. En het kwam erop neer dat mijn moeder nooit mocht klagen over eventuele drukte op werk, want zij wist van niets.
Mijn vader daarentegen kwam uitgeput thuis en schopte een scène als het eten nog niet op tafel stond. Belachelijk, vond hij dat, want mijn moeder had toch écht niet veel anders te doen? Naarmate ik ouder werd ontvluchtte ik dit soort tirades van m’n vader.
Ik ging liever blowen met m’n vrienden. Tot nog meer woede van m’n vader.
Slappe hap
‘Een tiran’ noemde ik hem vaak bij m’n vrienden op school. Vanaf mijn zestiende ging het thuis echt bergafwaarts. Altijd had hij wat te zeuren op m’n moeder, die alles stilzwijgend pikte. Kwaad dat ik ervan werd. ‘Kom eens voor jezelf op!’ schreeuwde ik tegen haar. Maar zij suste liever de boel, wilde niet dat het verder escaleerde.
Ik vond m’n moeder echt een slappe hap; als zij niet eens voor zichzelf op zou komen, waarom zou ik dat dan doen? En weer ontvluchtte ik het huis.
Backpacken
Nadat ik mijn VWO-diploma heb gehaald ben ik gaan backpacken door Zuidoost-Azië. Dat betekende dat ik een half jaar van huis zou zijn, zo lang hadden mijn ouders nog nooit met z’n tweeën gezeten. Tijdens de reis sprak ik vooral mijn moeder. Mijn vader stuurde af en toe een appje met de vraag hoe het hier was (‘Goed’). Toen ik thuiskwam wilden ze zo snel mogelijk met me eten.
Opgebloeid
En toen kwam het hoge woord eruit: ze hadden een scheiding aangevraagd. Twee weken (twéé weken!) nadat ik was vertrokken, had mijn moeder er genoeg van. Ze heeft haar spullen gepakt en is bij een vriendin gaan wonen. Inmiddels was het dus al ruim vijf maanden verder en had ze een eigen huurhuisje gevonden.
Ik wist niet wat ik hoorde, maar vooral niet wat ik zag: mijn moeder was na een half jaar al volledig opgebloeid. Ze keek sterk en helder uit haar ogen. Een wereld van verschil met de vrouw die ze de rest van mijn leven was en die ik kende.
Stroef
En nu, bijna vijf jaar later, ben ik zó blij dat ze uit elkaar zijn. Dit hadden ze veel eerder moeten doen. Het contact met mijn vader gaat stroef, hij is heel druk aan het werk en is nog steeds de trotse, norse en vooral arrogante vent die hij altijd was. Maar mijn moeder is mijn beste vriendin geworden. Ik maak stedentripjes met haar, ga vaak met haar eten of gewoon het terras op — ze is zelfs heel druk met daten.
Ik ben zo trots op haar, maar word ook verdrietig als ik denk aan al die jaren waarin ze zich zo heeft laten kleineren.
Achteraf zei ze dat ze mij niet wilde opzadelen met het verdriet van een scheiding. Terwijl dit me zóveel meer verdriet heeft gedaan. En m’n vader? Ach, die baalt er vooral van dat er geen eten klaarstaat als hij thuiskomt. Ik vraag me weleens af of hij echt liefde kan voelen.’