Net als André van Duin brak Robert Paul door bij een talentenjacht op televisie, waarin hij Godfried Bomans en Swiebertje naadloos nadeed. Grappig: hij won er dat jaar (1971) een Simca mee, maar bezat nog geen rijbewijs. Wel was het de start van een lange en succesvolle theatercarrière, die hij op het podium aftrapte met onder andere Jos Brink en Ramses Shaffy. Naast talloze televisie-optredens, bracht hij ook hilarische single-tjes uit met zijn rake persiflages.
Icoon Dolf Brouwers
Het meeste succes behaalde hij met het liedje ’t Kan Vriezen, ’t Kan Dooien in 1983. Hierop waren weerman Jan Pelleboer, Marco Bakker, Henny Vrienten, Conny Vandenbos en Lee Towers aan de beurt. Een andere komische icoon uit die tijd was Dolf Brouwers, die ook door Robert onder handen werd genomen in ‘Heb ik daar mijn schoenen voor gepoetst?’ In de jaren tachtig en negentig ging de Amsterdammer ook het theater in, waar hij – eindelijk – meer kanten van zichzelf kon laten zien.
Tweede huis in Spanje
Voor televisie maakt Robert verder de Parodie Parade, dat miljoenen kijkers trekt. Slachtoffers zijn vooral nineties-BN-ers als Gert-Jan Dröge van Glamourland en Klazien uit Zalk. Zo rond 2000 commiteert hij zich aan beroemde Dinershow in Aalsmeer, waarmee hij in 2003 acuut ophoudt. Zonder ruchtbaarheid vertrekt hij met zijn vriend naar Spanje. Daar had hij op advies van collega Robert Long al een huis gekocht. ,,Doe het vóór je pensioen, dan geniet je er het meeste van”, zei Robert, die zelf helaas maar 63 werd.
De vrijheid tegemoet
Paul’s laatste bericht op zijn persoonlijke site luidt: ‘Ik ga de vrijheid tegemoet!’ En daar geniet de stemkunstenaar nu al 20 jaar van. Zijn carrière als cabaretier noemt hij ‘mijn vorige leven.’ Robert (nu 73) blijft ook opzettelijk uit de Nederlandse media. Gelukkig heeft hij niet die boomer-reflex om nog eens uitgebreid en vooral ongevraagd op zijn leven en werk terug te kijken. Het ga je goed, Robert!
Foto: robertpaul.nl