Het was in de dagen voor kerst en de sneeuw viel zachtjes op het slapende stadje Z. Flip van 59 stapte over de drempel van boekhandel Wordt Vervolgd, een knusse zaak die bekend stond om zijn knisperende open haard en het kerstgroen dat rond deze tijd van het jaar uitbundig werd uitgestald. De geur van kaneel, oud papier en een vleugje houtvuur hing in de lucht. Maar de sfeer werd abrupt verstoord toen een luide gil door de winkel sneed.
In een hoek tussen de tafels met literatuur lag een vrouw. Haar bloed sijpelde over een exemplaar van Het ABC mysterie van Agathie Christie.
Ze was neergestoken met een briefopener, die nog steeds in haar borst stak. “Iemand! Bel de politie!” riep de eigenaar, meneer Vink, die naar de deur stormde en deze direct op slot draaide. Flip, een gepensioneerde accountant met een voorliefde voor Agatha Christie-romans, merkte meteen de spanning in de winkel op. Er waren slechts vijf mensen – een kleine kring van potentiële verdachten.
De politie kon door de hevige sneeuwval de winkel slecht bereiken. Meneer Vink, zichtbaar geschokt, besloot samen met Flip en de andere aanwezigen de tijd nuttig te besteden. “Misschien kunnen wij helpen,” stelde Flip voor. “De politie heeft toch voorlopig hun handen vol.”
De verdachten
De aanwezigen waren een bont gezelschap. Behalve Flip en meneer Vink waren er twee andere klanten in de winkel: een jonge vrouw genaamd Sara, die net een kerstcadeau voor haar vriendin wilde kopen, en een oude man genaamd Arie, die beweerde een boek te zoeken voor zijn kleindochter. En dan was er nog een onbekende man, enigszins schichtig, die geen boeken leek te kopen, maar vooral rondkeek.
Intussen was de politie gearriveerd. Flip merkte op dat de onbekende man, later geïdentificeerd als Willem, opvallend nerveus was. Hij zat met trillende handen op een stoel en vermeed oogcontact. Sara fluisterde tegen Flip dat ze had gezien hoe Willem ruzie had met het slachtoffer, een vrouw van middelbare leeftijd genaamd Irene. Niemand kende haar echt goed, behalve meneer Vink, die bevestigde dat Irene regelmatig in de winkel kwam.
De ontdekking
Flip observeerde de chaos nauwkeurig. Hij had een scherp oog voor detail, iets wat hem in zijn carrière altijd van pas was gekomen. Toen hij door Irene’s tas keek, ontdekte hij een half voltooide brief. De inhoud onthulde een hartverscheurend verhaal: Irene had haar man verlaten na 23 jaar huwelijk. Ze had haar koffers gepakt op kerstavond en was vertrokken, op zoek naar een nieuw begin.
De puzzelstukjes vielen op hun plek toen Flip zich tot Willem wendde. “U bent haar man, nietwaar?” Willem keek hem met grote ogen aan. “Ze heeft me verlaten,” snikte hij. “Gisteravond. Ze was alles voor me. En nu… nu koopt ze een boek alsof ik niets meer beteken.”
Willem bekende dat hij Irene had gevolgd in een wanhoopspoging haar terug te winnen. Maar toen ze hem in de winkel afwees, brak er iets in hem. De briefopener, bedoeld om kerstkaarten mee te openen, veranderde in een wapen in een ongelukkige opwelling van woede en verdriet.
De nasleep
De politie arresteerde Willem die avond. Flip bleef achter met een bitter gevoel. Kerst moest een tijd van vrede zijn, maar voor Willem en Irene was het slechts een spiegel van gebroken dromen. Terwijl hij de winkel verliet, hoorde hij de kerkklokken luiden. Kerst had een duister randje gekregen in het stadje Z.
Foto: Getty