Het is 1938. ‘Pief’, ‘paf’, ‘poef.’ Het zijn Nederlandse militairen op de fiets, met houten geweren. Ze maken schietgeluiden bij gebruik aan kogels. Ze oefenen om de vijand uit het oosten te verslaan. De ‘misschien wel vijand’, welteverstaan. Daarom was ons leger, militair gezien, niet meer dan een wassen neus. Niemand die in die tijd echt geloofde, dat het echt tot een oorlog zou komen. De geschiedenis wees iets later anders uit.
Kruisraketten
Het is 1981. In Nederland liepen we massaal mee in vredesmarsen, ik ook, tegen de kruisraketten. De geschiedenis wees iets later wederom anders uit. Het waren namelijk niet de vredesmarsen, maar juist de dreiging van de kruisraketten en de vele andere wapens van de heel stevig uitgeruste NAVO, die destijds de Russische beer deed verschrompelen tot een Teddybeertje. Daarna dachten we dat het wel welletjes was. We verschrompelden de Europese legers. Ziedaar, en de Russische beer kwam terug. Beer Poetin heeft nu de tijd en schiet soms spontaan in de lach. Stel dat Trump zomaar de Amerikaanse verkiezingen wint? Dan doekt hij de Navo op en blijft er een Europees legertje over, dat in zijn ogen niet meer voorstelt dan wat mannetjes op fietsen met houten geweren.
Wat moeten we doen?
Nu we weten dat Beer Poetin grote plannen heeft om het oude Russische rijk weer uit te breiden richting Europa. Dat hij wat dat betreft wél een man van zijn woord is. Uit welk deel van de geschiedenis trekken we de lessen? Niet die uit de jaren 1938 en 1981? Toch?
Foto: ANP