De recente bosbranden in Los Angeles hebben niet alleen landschappen vernietigd, maar ook duizenden mensen ontheemd en miljarden dollars aan schade veroorzaakt. Terwijl rook en vlammen nog nasmeulen, komen verzekeringsmaatschappijen onder vuur te liggen. In de zwaarst getroffen regio’s hebben sommige verzekeraars besloten brandschade uit te sluiten van hun polissen. Dit is een verontrustend precedent in een wereld waar de gevolgen van klimaatverandering steeds meer huizen, levens en financiële stabiliteit bedreigen. Het probleem lijkt ver van ons bed – bosbranden zoals die in Californië zijn in Nederland gelukkig een uitzondering. Maar de verzekeringssector in Nederland heeft haar eigen klimaatgerelateerde uitsluitingen: funderingsproblemen.
Dalend grondwaterpeil
Hoewel Nederland doorgaans vrij is van natuurrampen zoals aardbevingen of bosbranden, vormt het dalende grondwaterpeil door droogte een groeiend probleem. Dit heeft grote gevolgen voor de funderingen van woningen. Veel huizen in ons land, vooral in oudere stedelijke gebieden en regio’s met klei- of veengronden, zijn gebouwd op houten paalfunderingen. Wanneer het grondwaterpeil zakt door langdurige droogte of menselijke ingrepen, komen deze houten palen bloot te staan aan lucht en beginnen ze te rotten. Daarnaast leiden bodemdaling en uitdroging van klei- en veengronden tot verzakkingen bij huizen met ondiepe funderingen. Het resultaat: scheuren in muren, verzakte vloeren en torenhoge herstelkosten.
Funderingsproblemen
Voorheen boden enkele verzekeraars dekking voor deze funderingsproblemen, maar inmiddels hebben alle grote verzekeringsmaatschappijen dergelijke schade uitgesloten van hun polissen. Voor huiseigenaren betekent dit dat de kosten voor funderingsherstel volledig voor eigen rekening zijn. En die kosten liegen er niet om: de gemiddelde herstelkosten per woning liggen tussen de €54.000 en €100.000, afhankelijk van de ernst van de schade. In heel Nederland kan de totale schadepost door funderingsproblemen tegen 2050 oplopen tot een schrikbarende €60 miljard.
Waar in Nederland?
De impact van dit probleem is ongelijk verdeeld over het land. Vooral in de Randstad, waar veel oude huizen met houten funderingen staan, is het risico groot. Steden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht staan voor enorme uitdagingen. Ook omringende gemeenten, zoals Haarlem en Gouda, lopen gevaar. In Noord-Holland en Zuid-Holland hebben veenweidegebieden te maken met oxidatie van het veen bij lage grondwaterstanden, wat leidt tot verdere bodemdaling en verzakking. In Friesland en Groningen kampen huizenbouwers met dubbele risico’s: veenbodems en, in het geval van Groningen, aardbevingen door gaswinning.
Wat te doen?
De situatie in Nederland mag dan minder dramatisch ogen dan de bosbranden in Californië, maar de stille aard van funderingsproblemen maakt ze niet minder ingrijpend. Huiseigenaren worden vaak pas met het probleem geconfronteerd wanneer de schade al groot is. Preventieve maatregelen zijn daarom essentieel. Bewoners in risicogebieden doen er goed aan de staat van hun fundering te laten inspecteren en mogelijke ingrepen te overwegen, zoals het ophogen van grondwaterniveaus of het versterken van funderingen.
Kosten doorschuiven
De parallel tussen bosbranden in Californië en funderingsproblemen in Nederland is een pijnlijke realiteit: de kosten van klimaatverandering worden steeds vaker doorgeschoven naar individuen. Verzekeraars kiezen ervoor om deze risico’s uit te sluiten, waardoor het risico verschuift naar huiseigenaren. Dit werpt de vraag op: hoe kunnen we ons als samenleving beter voorbereiden op deze stille rampen? De tijd dringt om antwoorden te vinden, want de grond onder onze voeten wordt letterlijk steeds onzekerder.
Beeld: Freepik