Herinner je je nog dat je aan het eind van het jaar de dagen aftelde? Niet tot 31 december? Maar tot 29 december. Dan ging de vuurwerkwinkel open. Op die dag begon het avontuur. Oh nee, eigenlijk toch al eerder. Want éérst kwamen de folders met het knalwerk. Die spelde je. Zodat je, als je met een van je ouders vuurwerk ging inkopen, precíes wist wat je wilde. Geen siervuurwerk. Dat was voor bejaarden. Maar kanonslagen. Zakken vol. Daarmee ging je met je vrienden struinen door de straten. Dat was so much fun. Beter gezegd, magisch!
Bammm
Maar tegenwoordig? Vannacht nog. Ik zat rechtop in mijn bed. Bammm. Een enorme knal. Het huis trilde aan alle kanten. Dit zijn bommen die worden afgestoken. Lol voor diegenen die ze afsteken. Maar wee diegenen als het mis gaat. Wee ook de doktoren die lichamelijke schades moeten repareren. De agenten die deze projectielen moeten ontwijken. De honden en katten (en hun baasjes) die overstuur raken. De bange oude besjes in de bejaardentehuizen. Lange tijd was ik een voorstander van vuurwerk. Dat moest toch eens per jaar kunnen? Maar ik ben overstag. Het vuurwerk is te zwaar. Er zijn teveel mensen die er echt last van hebben. Een vuurwerkshow ergens op een plek in het dorp of stad is best een goed idee. Lekker bij elkaar staan, veilig, proosten op het nieuwe jaar. Gezellig toch?
Nieuwe generatie jonge jochies
En de nieuwe generaties jonge jochies? Hen vuurwerk onthouden? Tja. Dat is een moeilijke. Zoals elk kind nog steeds in Sinterklaas mag geloven, gun je hen ook wel de spanning rondom het de jaarwisseling. Kunnen we voor. hen niet iets bedenken? Aals we speciaal voor hen nu rotjes te koop aanbieden met een lekkere maar niet waanzinnige knal? We hebben alcoholvrij bier, we hebben scooters die niet harder mogen dan 25. Zoiets moet toch ook met vuurwerk te reguleren zijn? Is dat wat? Jeugdrotjes, voor iedereen met jeugdpuistjes.