Jeugd

toen

Dorpse verhalen: het was de laatste keer dat mijn vader zijn pet afnam

In het dorp van mijn vader in de jaren 50 en 60 waren de bollenboeren de machtige baronnen van hun tijd. Zij bepaalden bijna alles in het dagelijks leven.

De bedden tulpen en hyacinten liggen er weer kleurig bij, net als in elk voorjaar. Bedrieglijke schoonheid, want achter Hollands Glorie schuilt een heel andere wereld dan veel mensen kennen. Hard werken, schamele beloning, diepe vernedering en weinig uitzicht op een beter en leuker leven. Het werken in de bollensector kende vroeger althans weinig glamour.

Terwijl de zon nog moeite deed volledig zichtbaar te zijn, liepen de ziekzoekers al door de rijen tulpen en hyacinten. Met een kritisch oog zoeken naar door ziekte aangetaste bolgewassen, geen sinecure. Ons vader heeft het jarenlang gedaan, na eerst alle stadia van het harde bollenbestaan te hebben doorlopen. Rooien, kisten stapelen, bollen van het veld afrijden en opslaan in de droogkamers, uitzoeken van plantgoed, boren van hyacinten, bollen pellen, verpakken voor export naar verre landen, stro inrijden en het land weer gereed maken voor de nieuwe oogst.

We zijn als kleine jongens allemaal in zijn voetsporen getreden en hebben in menige zomervakantie wekenlang gebeuld voor 60 gulden in de week. Tuurlijk, het is niet te vergelijken met een dagelijks bestaan tussen de bloemenglorie van Nederland. Ons vader vertrok om 06.00 uur en was zelden voor 18.00 uur weer terug in huis. Want altijd was er nog wel een extra klus te doen. En nee zeggen was er niet bij. Ja meneer, zeker, zal ik dat nog even doen.

We zien ze nog staan, de dikbuikige bollenbaronnen met een bolknak in het gezicht, grote wolken rook blazend. Als mijn vader tegen ze sprak moest hij altijd zijn platte pet afnemen.

Gedienstig stond hij daar in de volle regen, de pet tussen zijn besmeurde knuisten. Hij moest wel, want thuis wachtten vijf hongerige kinderen en een nerveuze vrouw die het huishouden financieel maar slecht kon rondbreien. Slaafs, er is eigenlijk geen ander woord voor.

Ziekzoeker was nog de betere klus in de bollenindustrie. Je was vrijgesteld van zwaar werk, maar o wee als je een zieke tulp miste. Dan zwaaide er wat, ook letterlijk. Menig bollenbaron of opzichter gaven mensen die verzaakten een oorvijg.

Na 15 jaar bikkelen en beulen in kou en regen en soms hitte vond ons vader het welletjes. Dankzij intensieve avondstudie had hij eindelijk de papieren om bij een grote drukkerij in Haarlem aan de slag te gaan. Met een grote glimlach op zijn mond kon hij eindelijk die verrekte baan opzeggen. Met de pet nog stoer en trots op zijn hoofd, want die had hij al genoeg afgenomen voor de heersers van de bollenstreek.

Foto: Getty

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT