De vakantieperiode is aangebroken en dat doet ons mijmeren. Naar een tijd waarin je redelijk simpel voor niks kon reizen.
Het enige wat je nodig had was je duim en een stuk karton met daarop de plek waar je graag naartoe wilde. Natuurlijk kan dat nog steeds anno 2023, maar zie jij nog lifters? Sterker nog, wanneer nam je er een voor het laatst mee?
Wij hebben alleen maar positieve herinneringen aan het liften. Avontuurlijk, goedkoop en een boost voor je sociale contacten, in vele opzichten.
Om maar te zeggen: flirten was ook niet bepaald verboden. En dan al die diverse auto’s die ons meenamen: van uitgewoonde Renaultjes 4 tot imposante BMW cabrio’s.
Een lift krijgen duurde nooit lang in die tijd. We studeerden in Heemstede en vertrokken vanuit Lisse en het is nooit voorgekomen dat we te laat op school arriveerden. Soms remden automobilisten al zodra wij onze duim nog maar net omhoog staken. Vaak mensen die verlegen zaten om een praatje en de rit naar werk maar dodelijk saai vonden. Sommige chauffeurs onderscheidden zich door een groot sociaal hart en brachten ons tijdens een horror regenbui helemaal tot aan de voordeur van ons ouderlijk huis!
In de zomer van 1975 liftten we met een vakantiemaatje zelfs door Zuid-Engeland. Ook hier was niets anders dan love and peace ons deel, soms letterlijk als we werden meegevraagd door de chauffeuse voor een erotisch avontuur.
Britse meiden op vakantie is zoiets als opgesloten zitten met een nymfomane in een isoleercel. Weet niet of dat de juiste vergelijking is, maar zo voelde het althans…
Liften betekent praten, sociale interactie. Hoewel, niet altijd. We hebben meegemaakt dat mannen en vrouwen achter het stuur stoïcijns en verbeten zomaar een half uur hun mond stijf dicht hielden en ons geen blik waardig gunden. Ze zagen het puur als hun sociale verantwoordelijkheid, een soort afkoopsom voor de minderbeelden. Terwijl wij een gesprek nou juist het hoogtepunt van een lift vonden.
Drie opmerkelijke gesprekken bleven ons bij in onze lifthistorie. We stapten ooit in bij een stel dat in scheiding lag. Ze wilden – daarover waren ze heel eerlijk – een derde persoon aan boord om de heftige woordenwisseling te neutraliseren. En ze wilden van ons een mening over hun uiteengaan. Make love, not war, was toentertijd als hippies ons gouden motto. ‘Breng elkaar ontbijt op bed morgen,’ riepen we terwijl we uitstapten en hen in opperste verbazing achterlieten.
In Engeland reden we mee met een man met zelfmoordneigingen. Hij had de dag ervoor een uur lang langs de beroemde White Cliffs of Dover gelopen met maar 1 gedachte: springen. Niet doen, adviseerden wij. ‘Daar bent u nog veel te jong voor,’ constateerden wij in een vlaag van vaag puberenthousiasme.
Zielig was ook de vrouw uit Haarlem die ons een lift naar school bracht. Haar kat was net overleden. Wij hebben niks met katten. Dus ons advies was: neem een hond. ‘Mwah, niet slecht,’ antwoordde ze met een glimlach.
Het fenomeen liften kwam in verval als je eenmaal een baan had en een OV-kaart. Maar de verharding van de maatschappij, de angst voor vreemden en algemene agressie hebben zeker bijgedragen aan het feit dat mensen opeens liever hard doorrijden dan stoppen voor een mogelijke seriemoordenaar, slechte luisteraar of babbelzieke medepassagier.
Foto’s: shutterstock, Getty