Nicole is dood. Vandaag ga ik naar haar uitvaart. Nicole zag er altijd uit als de lente. Haar klerenkast moet hebben geoogd als een snoepwinkeltje. Alle kleuren door elkaar. Rood, geel, blauw. Zo droeg ze dat ook. Contrasterend met haar blonde koppie. Nicole lachte. Ook als ze niet lachte. Nicole was het middelpunt van ons groepje op de Lerarenopleiding. Nicole woonde al samen, ergens in een goedkope woning in de Haagse Schilderswijk, waar het altijd een teringzooi was. Ik woonde in een dorp. Single, veilig en beschermd. Zo verschilden wij zes studenten onderling als dag en nacht. Maar we konden allemaal met Nicole opschieten. En daarom waren we toch geen los zand. Nicole hoorde niet bij de diegenen die altijd het hoogste woord voerde. Maar Nicole had altijd wel een mening waar je het niet níet mee eens kon zijn. Het was manier hoe ze het zei, wat ze uitstraalde. Nicole was gewoon zichzelf, terwijl wij vaak nog zo op zoek waren naar onszelf. In de pauze bespraken we het leven. Dat klinkt zwaarder dan het was. Want het leven bestond uit TV-kijken, uitgaan, uitslapen, drinken en relaties. De studie was vooral reden tot klagen. Over de kwaliteit van de docenten, de nutteloze lessen, de vreemde medestudenten, het te veel aan huiswerk en de onbegrijpelijke toetsen. Dat schiep een band. En de toekomst? Die voelde als oneindig.
Studentenbroekie
Ik ben nu zestig. Ergens, niet eens zo heel ver onder de oppervlakte schuilt nog dat studentenbroekie van de Lerarenopleiding. Er hoeft niet veel te gebeuren en dat broekie verschijnt aan de oppervlakte. Bijvoorbeeld tijdens onze reünie een jaar of vijf geleden. Toen zagen we elkaar weer, een paar decennia ouder. Voor twintigers oogden we als zes stevige vijftigers op een theekransje. Maar wijzelf vonden elkaar geen spat veranderd. Niet snel rolden weer dezelfde grappen over tafel als vroeger. Wat klaagden we destijds, terwijl we beseften hoe zorgeloos het toen was. Old Chevys never die. En Nicole was nog steeds de lente.
Geweldige tijd
De toekomst is wel eindig en Chevys dó die. Eergisteren zag ik toevallig op Facebook dat iemand Nicole herinnerde als een geweldige collega. Nicole was gestorven aan die klote kanker. Ik had jaren niet meer aan haar gedacht, nu loop ik voortdurend weer met haar in mijn hoofd. Als ik zelf niet snel ga, zullen anderen jeugdvrienden eerder wegvallen. En weer nieuwe herinneringen oproepen. Ik ga ze allemaal missen, zoals ik Nicole mis. Ik merk echter nu al, dat ze daardoor des te meer aanwezig zullen zijn. In mijn hoofd. Daar zal alles blijven zoals het vroeger was. Waardoor jeugdvrienden nooit dood gaan, zelfs niet als ze dood zijn.
Straks leg ik een gele bloem bij de kist van Nicole. Die kleur van die veelbelovende lente, die niets of niemand bij haar kan wegnemen.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.