‘Juist omdat vegans niet-vegans altijd zo’n rotgevoel geven. Je bent echt niet opeens een slechter mens als je van een stukje biefstuk geniet. Maar het probleem met vegans is: dat gevoel willen ze je maar al te graag geven. Begrijp me niet verkeerd, iedereen mag eten wat hij of zij wil, maar er is iets aan veganisten dat me echt iedere keer weer heel diep laat zuchten en met mijn ogen doet rollen – en dan druk ik me nog aardig uit.
Anti-vegan standpunt
Wat me het meeste stoort, is die voortdurende morele superioriteit die ik voel wanneer ze hun keuzes uitleggen.
Het lijkt wel alsof elke veganist die ik ontmoet me wil vertellen hoe slecht ik bezig ben omdat ik een stuk vlees op mijn bord heb liggen. De hele tijd dat foodshamen. Dat gevoel van vleesschaamte geven. Alsof ik een slechter mens ben omdat ik geniet van een sappige biefstuk. Ze hebben het altijd over het redden van de planeet en het klimaat – vaak niet eens over dierenwelzijn en gezondheid, valt me op -, maar het voelt meer als een aanval op mijn keuzes dan als een eerlijke discussie.
En dan is er het constante aanpassen. Ga je uit eten? Dan moet je ineens rekening houden met iemands veganistische dieet. De halve menukaart wordt onbruikbaar of erger: we moeten met z’n allen naar een vegan restaurant, voor die ene persoon die alleen maar plantaardig eet. En dan zit de rest van de groep wanhopig te kiezen uit gerechten met kikkererwten, tofu, en een grauwe pannenkoek dobberend in een soort rare notenmelk die eigenlijk niet eens melk genoemd zou moeten worden. Het lijkt wel alsof ik mijn eetgewoonten moet opofferen voor hun overtuigingen. Het is niet dat ik geen groente lust, van een goeie falafel kan ik echt genieten. Maar tofu vind ik verschrikkelijk en zou ik alleen willen eten als ik een kaakoperatie heb gehad en tijdelijk niet kauwen kan. Niet als ik feestelijk uit eten ga en juist iets wil bestellen waaraan ik mijn geld met liefde wil uitgeven. En dat is een goed stuk vlees. Kom dan niet weer aan met Cowspiracy!
Constante vingertje wijzen
Het ironische is dat veel veganisten doen alsof ze compassie prediken, maar ondertussen kunnen ze maar moeilijk accepteren dat iemand anders gewoon van vlees houdt. Het lijkt wel alsof ze elke kans aangrijpen om je te vertellen hoe fout je bent en hoe slecht het is voor de wereld. Ik begrijp hun zorgen, ben tegen dierenleed, maar het constante vingertje wijzen werkt averechts. Het maakt het moeilijk om überhaupt naar hun standpunt te luisteren.
Plantaardig eten frustraties
En laten we eerlijk zijn, veel van die vleesvervangers waar ze zo trots op zijn, smaken gewoon nergens naar en zitten vol zout en andere smaakmakers.
Plantaardige burgers die zogenaamd naar vlees smaken? Vlees uit een printer?! Hou me tegen hoor. Het lijkt alsof je in een spons bijt en het lijkt me ook nog eens ontzettend ongezond. De paar keer dat ik nepkip heb gegeten heb ik de hele avond hele vieze scheten gelaten – dat kan toch nooit goed zijn?
Dus nee, ik ben niet van plan om binnenkort vegan te worden. Ik hou van vlees, kaas, eieren en melk, en ik zal dat ook blijven doen. En ik zou willen dat veganisten gewoon hun eigen keuzes maken zonder anderen te veroordelen of te proberen te veranderen. Misschien zouden we dan allemaal wat beter met elkaar kunnen opschieten.’
Foto: shutterstock
Dit artikel verscheen eerder in aangepaste vorm op favorflav