Fleur: ‘Mijn vent is een nuchtere Noord-Hollander. Dat wil zeggen: hij is bepaald geen believer. Zo is hij overtuigd atheïst, alles wat naar godsdienst riekt vindt hij onzin.
Dus toen zijn moeder vorig jaar overleed, had hij niet het gevoel dat ze voortaan vanaf een wolkje naar ons zou kijken. De hemel? Nee joh, dood is dood. Tja, hij heeft natuurlijk een punt. Maar toch, zelf vind ik dat wolkje wel fijn klinken.
Ook kan ik stiekem best enthousiast worden van horoscopen, numerologie, tarotkaarten, handlezers en healers. Als kind mocht ik een keer op de kermis naar een waarzegster. Die zat in een mottige oude caravan die was afgesloten met een rood gordijn. Na betaling schoof je dat gordijn opzij en stapte je in een mysterieuze, spannende wereld. De waarzegster bekeek de lijnen in mijn hand en voorspelde dat ik ooit in het buitenland zou gaan wonen. Dat is er na al die jaren nog niet echt van gekomen, maar hé, ik heb het altijd onthouden. En het idee dat het nog in de pijplijn zit maakt me blij. Niet dat ik dat aan mijn vent vertel, hij zou er maar de slappe lach van krijgen.
Met het koningshuis heeft hij ook al niks. Hij foetert eindeloos over gemeenschapsgeld dat in de zakken verdwijnt van een familie die toch al steenrijk is. Als het aan hem ligt, roepen ze vanaf morgen de republiek uit.
Natuurlijk, ook hier heeft hij gelijk. Het is te oneerlijk verdeeld. Maar toch. De traditie, de stijlvolle verschijning van koningin Máxima, de portretten van de dochters in hun skipakken, ergens vind ik het ook een soort sprookje. En sprookjes zijn niet waar, maar wel leuk.
Reclame, nog zoiets. Of het nou gaat om shampoo waarvan je haar gaat dansen of over een nieuwe auto waarin de kinderen nooit meer ruzie maken en alleen nog maar vrolijk op de achterbank zitten, hij lacht er schamper om. Terwijl ik al vijfendertig jaar antirimpelcrèmes smeer, omdat ik hoop dat ik er daardoor jonger uit blijf zien. Hoop en geloof liggen dicht bij elkaar. En baat het niet dan schaadt het niet. Denk ik dan.
Noem mij een zweefteef. Dan is hij een cynische bastard. De enige keer dat hij zeker wist dat hij kabouters zag was tijdens een paddotrip. De volgende dag wist hij er niets meer van.
Grappig genoeg hebben we er na vijftien jaar relatie een modus voor. Ik vind het niet erg dat hij zo rationeel is en hij vindt het prima als ik op de werkkamer mijn yogamatje uitrol. Gelukkig hebben we ook raakvlakken en zijn er ook dingen die we allebei leuk vinden, zoals samen wielrennen. Hoewel dat er de laatste tijd niet zo vaak van is gekomen omdat hij al twee jaar last heeft van een knieblessure. Fysiotherapie, ontstekingsremmers, cortisoneninjecties, keihard vloeken, niks hielp.
Maar nu lijkt het universum toch te hebben besloten dat het anders moet. Vandaag werd er een pakketje voor hem bezorgd van een natuurdrogisterij. “Wat zit daar nou in?” vroeg ik. Het bleken homeopathische druppels te zijn die ook wel worden gebruikt om zwaarbelaste spieren bij paarden en pony’s te verzorgen. Hij had van iemand gehoord dat die heel goed helpen tegen kniepijn bij mensen. “Baat het niet dan schaadt het niet, toch?”
Ik zeg niks.
Foto: Getty